regiofair of "hoe de krachten van fair trade en lokale korte keten te bundelen"

Archive for oktober 2010

marketingsuggesties – aflevering 7: “Klein Is Overvloedig”

leave a comment »

Peasant farmers offer the best chance of feeding the world. So why do we treat them with contempt?

dit vroeg George Monbiot zich af op 10 juni 2008 in het stuk ‘Small Is Bountiful‘.

En hij sluit het artikel af met deze interessante conclusie:

For many years, well-meaning liberals have supported the fair trade movement because of the benefits it delivers directly to the people it buys from. But the structure of the global food market is changing so rapidly that fair trade is now becoming one of the few means by which small farmers in poor nations might survive. A shift from small to large farms will cause a major decline in global production, just as food supplies become tight. Fair trade might now be necessary not only as a means of redistributing income, but also to feed the world.

Recenter beweert GRAIN dan weer in ’Global agribusiness: two decades of plunder.

The truth is that we do not need agribusiness. Rather, as the last two decades have shown, we have every reason to get rid of it. Twenty years of expanding agribusiness control over the food system has generated more hunger – 200 million more people go hungry than 20 years ago. It has destroyed livelihoods – today 800 million small farmers and farm workers do not have enough food to eat. Agribusiness has been a leading cause of climate change and other environmental calamities, the effects of which it is ill-prepared to deal with.

Op Mycelium.be stelt Giedo de vraag:

Bij het begin van de 21ste eeuw is de landbouw over heel de geïndustrialiseerde wereld in crisis. Een agro-industrie die al tientallen jaren een buitengewone groei toont in productiviteit, heeft het consumentenvertrouwen verkorven, te wijten aan aanhoudende milieuschade, voedselschandalen en misleiding. Wat nu? …

Hij zoekt het antwoord in “Slocal”. Lees het artikel “Om de kern te smaken, moet men eerst de noten kraken“.

‘Small Is Beautiful: Economics As If People Mattered’

Elders op deze blog vind je een aantal citaten die ik plukte uit citaten uit ‘Small Is Beautiful: Economics As If People Mattered’ van E.F. Schumacher – 1973.

They want production to be limited to useful things, but they forget that the production of too many useful things results in too many useless people.

Written by hallometsteven

oktober 26, 2010 at 1:03 pm

Wie voedt de wereld? De waarheid is dat we geen agrobusiness nodig hebben.

leave a comment »

Het is soms moeilijk om je niet overweldigd te voelen door de groeiende macht van de multinationals in het voedselsysteem. Wat vooral deprimerend is, is dat deze expansie gebouwd is op de vernietiging van lokale voedselsystemen.

 

Desondanks is dit door multinationals beheerste voedselsysteem niet alomtegenwoordig. Het is zelfs zo […] dat de meeste boeren er geen deel van uitmaken en de meeste mensen worden er niet door gevoed. Over heel de wereld, worden de fundamenten gelegd voor een geheel ander voedselsysteem en wereldwijd maken bewegingen opgang en winnen ze aan invloed, waar ze de regionale productie nieuw leven willen inblazen en het huidige systeem afbouwen.

Lees : Global agribusiness: two decades of plunder, gepubliceerd door GRAIN.

Eerder hier verschenen : een aangename waarheid – familiale landbouw kan de wereldbevolking voeden

Written by hallometsteven

oktober 22, 2010 at 7:53 am

Fair trade kiest voor ‘boskoffie’ – zon of schaduw?

leave a comment »

Uit de nieuwe gegevens, die veel preciezer zijn dan de vorige, blijkt dat we onze ecologische voetafdruk steeds onderschat hebben. We laten enkel de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Denemarken voorgaan in het lijstje van ecologische grootvoeten. De Verenigde Staten staan op nummer vijf. Als iedereen zou leven als een Belg, dan waren er liefst 4,5 planeten nodig om in onze behoeften te voorzien.

uit “Belg heeft grotere ecologische voetafdruk dan Amerikaan” op Knack.be (d.d. 13/10/2010)

De provincie Limburg heeft als eerste Vlaamse provincie een volledige CO2-voetafdruk berekend. Hierbij wordt de totale CO2-uitstoot door energieproductie, industrie, transport en huishoudens berekend. En onze provincie scoort goed. Gemiddeld verbruikt elke Limburger 11,1 ton per jaar. Het gemiddelde in Vlaanderen bedraagt 14,4 ton per jaar. De goede score heeft Limburg onder andere te danken aan zijn bosrijke gebieden.

Quote van gedeputeerde Frank Smeets op Limburg heeft ecologische voetafdruk berekend op TVL.be (d.d. 08/10/2010)

UPDATE: Vertegenwoordigers van zo’n 70 organisaties, van vakbonden en werkgeversorganisaties over sectorfederaties tot hogescholen uit onze provincie hebben eind mei 2011 in het provinciehuis een engagementsverklaring ondertekend om onze provincie tegen 2020 klimaatneutraal te maken. . Alleen de vertegenwoordigers van de Boerenbond weigerden de verklaring te ondertekenen, omdat ze aanstoot nemen aan het voorstel om de vleesconsumptie drastisch in te krimpen. Bekijk het bericht op TVL-nieuws.

Toch is er nog een hoop werk aan de winkel, want de Limburgse gezinnen scoren dan weer niet zo goed.

Twee kopjes koffie zetten staat gelijk aan één kilometer met de auto rijden,

dit berekende de Duitse koffieproducent Tchibo. Vooral de wijze waarop de koffie wordt gezet, maakt uiteindelijk het verschil in hoeveel de voetafdruk van een kopje koffie uiteindelijk bedraagt.

Fair trade moedigt de producenten van koffie aan om duurzaam met de natuurlijke hulpbronnen om te gaan.

Door te kiezen voor schaduwteelt in plaats van bossen te kappen, levert de producentengroep Cecovasa uit Peru een levensbelangrijke bijdrage voor het klimaat en de biodiversiteit. Een kopje schaduwkoffie bij het ontbijt maakt al snel een wereld van verschil.

klik op de afbeelding voor beter leesbare weergave

Written by hallometsteven

oktober 14, 2010 at 10:42 am

Wacht het rijke Westen na de huidige financiële crisis een koolstofkredietcrisis?

with one comment

In het energie-, landbouw-, handels- of ontwikkelingsbeleid kan systematisch onderzocht worden wat de impact is op andere landen of op globale ecosystemen en kan gezocht worden naar manieren om die impact te verminderen. In feite zou dat een logisch onderdeel moeten zijn van eender welk beleid dat zich duurzaam noemt. Een (duurzaamheids)beleid dat eng focust op duurzaamheid in België en Europa en dat daarbij de internationale effecten over het hoofd ziet, kan makkelijk de illusie opwekken dat we het eigenlijk wel goed doen, terwijl in feite de negatieve gevolgen van onze productie- en consumptiepatronen afgewenteld worden op het zuiden en op toekomstige generaties. Met concepten zoals ecologische schuld of ecologisch ongelijke ruil, en instrumenten zoals de ecologische voetafdruk en materiaalstroomanalyse wordt die illusie doorbroken.

Wij zijn gewend naar ontwikkelingslanden te kijken als landen met torenhoge financiële schulden aan Westerse banken en overheden. Maar de levensstijl van het rijke Noorden veroorzaakt ernstige schade in het Zuiden. Wordt hier een prijs op geplakt, dan overstijgt die met gemak de buitenlandse schuld van ontwikkelingslanden. In plaats van schuldenaren worden landen als Chili dan schuldeisers. De vraag die in Zuiden dan ook steeds luider weerklinkt is: ‘wie heeft er eigenlijk schuld aan wie?’

‘De industrielanden eisen zonder medelijden de terugbetaling van de financiële schuld van ontwikkelingslanden, maar ze weigeren om verantwoordelijkheid te nemen voor de milieuschuld die ze schuldig zijn aan ontwikkelingslanden.’

– Néstor Kirchner (Argentijnse president) –
klimaatconferentie december 2005 in Buenos Aires

Kirchner verwoordde hiermee, als een van de eerste leiders van een land, het thema ‘milieuschuld’ of – meer gebruikelijk – ‘ecologische schuld’.

Wat wordt bedoeld met ecologische schuld?

Het Chileense Instituto de Ecologia Politica merkte begin jaren negentig dat de afbraak van de ozonlaag boven de Zuidpool in Chili leidde tot gezondheidsproblemen als huidziekten en kankers. Het ozonprobleem werd en wordt vooral veroorzaakt door de uitstoot van ozonafbrekende stoffen in industrielanden, maar de Chilenen zijn er het slachtoffer van. Chili mag dan wel financiële schulden hebben aan industrielanden, volgens het IPE hebben de industrielanden een ‘ecologische schuld’ aan Chili (en aan andere ontwikkelingslanden). Een vorm van schuld die op de één of andere manier ook moet vergoed moet worden.

Hoe kan je die ecologische schuld berekenen?

Hoewel het begrip ecologische schuld steeds vaker opduikt, is dat merkwaardig genoeg niet zo eenvoudig te omschrijven. Er bestaat geen strikte, duidelijk afgebakende en algemeen aanvaarde definitie. Onderzoekers aan de Universiteit van Gent en de ngo Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling voerden een onderzoeksproject uit om het concept ecologische schuld uit te klaren. Ze onderzochten binnen drie domeinen (energie en klimaatverandering, landbouw en veeteelt, multilaterale milieuakkoorden) of de eisen uit het Zuiden gerechtvaardigd zijn en of het terugvorderen van de uitstaande schuld mogelijk zou zijn.

Zijn de eisen uit het Zuiden terecht?

Iedereen weet hoe vanaf de koloniale periode tot nu natuurlijke rijkdommen van Zuid naar Noord vloeien en hoe dat vaak gepaard gaat met plundering en vernietiging van de omgeving. Het meest bekend zijn de gasramp met Union Carbide in Bhopal, de strijd van de Ogoni tegen Shell in Nigeria of de dumping van giftig afval in Afrika. Steeds gaat het om multinationale bedrijven die een verwoest gebied achterlaten, met alle gevolgen van dien voor de plaatselijke bevolking. Dit stuit op groeiend verzet van gemeenschappen in het Zuiden. De boerenbevolking en inheemse volkeren klagen de praktijken aan in de industriële landbouw, mijnontginning, industriële visserij, grootschalige houtkap, de bouw van dammen enzovoort.

Zijn de gevolgen van de opwarming van de aarde ook ecologische schuld?

Nu algemeen aanvaard wordt dat de opwarming van de aarde op zijn minst versneld wordt door ingrijpen van de mens, is de zogenaamde ‘koolstofschuld’ ook een geschikte manier om dit te illustreren. De uitstoot van broeikasgassen is historisch gezien voor het overgrote deel veroorzaakt door industrielanden en zij zijn dan ook in eerste instantie verantwoordelijk voor het versterkte broeikaseffect. Maar ‘de atmosfeer is van iedereen’ en dus heeft elke bewoner op aarde een even groot recht tot het uitstoten van broeikasgassen. Binnen dit gelijkheidsbeginsel hebben de industrielanden dus ecologische schuld opgebouwd t.o.v. van ontwikkelingslanden.

Kunnen we de koolstofschuld van België berekenen?

Aanvaarden we ten eerste het gelijkheidsbeginsel (iedere aardbewoner mag evenveel CO2 uitstoten en ten tweede het standpunt van het IPCC, dat op wereldvlak een verminderde uitstoot van 60% (t.o.v. 1990) nodig is om de klimaatverandering zoveel mogelijk te voorkomen, dan kunnen we de koolstofschuld van een land berekenen. Per inwoner heeft België sinds 1900 steeds 2 tot 3 keer meer CO2 uitgestoten dan het wereldgemiddelde. Vanaf 1975 overschrijdt onze uitstoot door fossiele brandstoffen 5 tot 6 keer het niveau dat het IPCC als duurzaam beschouwd. Alle uitstoot boven dit duurzame niveau kan beschouwd worden als koolstofschuld. We moeten de koolstofschuld van een land dus opsplitsen in twee klassen: 1) een ‘historische’ schuld tussen landen en 2) de schuld t.o.v. de toekomstige generaties.

Hoeveel bedraagt de koolstofschuld van België dan wel?

Maken we een opsplitsing naar schuld aan andere landen en schuld aan toekomstige generaties, dan bedragen deze respectievelijk 3389 miljoen ton CO2 en 845 miljoen ton CO2 . M.a.w. het grootste deel van de Belgische koolstofschuld is schuld ten opzichte van landen. die met hun uitstoot onder het duurzame niveau blijven, in de praktijk ontwikkelingslanden. Aan een zeer redelijke prijs van 10 euro per ton komt de totale Belgische koolstofschuld aldus op een totaal van 42 miljard euro. De schuld aan het Zuiden ligt dan op ongeveer 34 miljard.

En wat is eigenlijk de financiële schuld van ontwikkelingslanden aan België?

In 2000 was de totale financiële schuld aan België ongeveer 16 miljard Euro. De stelling dat het Zuiden eigenlijk een schuldeiser zou moeten zijn in plaats van een schuldenaar, wordt met deze berekeningen dus bevestigd. En we hebben het dan nog maar enkel over de koolstofschuld.

Als landen met koolstofschulden zitten, bezitten andere landen dan kredieten?

Binnen het Kyoto Protocol zullen volgende vragen nog vaak bediscussieerd worden: Welke landen zullen hun uitstoot moeten beperken, met hoeveel en tegen wanneer? We kunnen binnen dit debat zowel koolstofschulden alsook koolstofkredieten berekenen voor andere landen. Gebruiken we cijfers van 1950 tot 2000, dan heeft India, bijvoorbeeld, koolstofkredieten tussen 505 en 723 miljard euro en Congo tussen 27 en 38 miljard euro. Met koolstofkrediet wordt hier bedoeld dat een land minder uitstoot dan wat het volgens de voorgestelde modellen zou mogen.

Kunnen we ook de waarde van de ecologische schuld berekenen?

Hoeveel die ecologische schuld dan precies bedraagt, is niet makkelijk te becijferen.
Over de import van voedergewassen voor de veeteelt maakte het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling in Gent een interessante denkoefening. Ze berekenden de totale benodigde landbouwoppervlakte om deze gewassen te produceren. Sedert 1975 gebruikt België in het buitenland constant rond de 2,5 miljoen ha, of zo’n 250 % van de totale in België beschikbare landbouwoppervlakte. In de laatste 10 jaar wordt tweederde van dit totale landgebruik ingenomen in Argentinië en Brazilië.

Het bebouwen van grote landbouwoppervlaktes brengt onvermijdelijk ecologische schade met zich mee: vervuiling van oppervlaktewater door massaal gebruik van pesticiden en meststoffen, ontbossing, steeds meer genetisch gemodificeerde organismen worden aangewend in monoculturen,… En vooral: deze grote oppervlaktes zouden ook voor andere doeleinden aangewend kunnen worden.
Binnen het kader van dit onderzoek bleek het echter niet mogelijk tot een afdoende meeteenheid te komen om de ecologische schade om te rekenen financiële schuld.

Is ecologische schuldbemiddeling dan wel mogelijk?

Een interessant voorbeeld is dat van de Belgische multinational Umicore. Dit bedrijf is gespecialiseerd in de productie en verwerking van metalen en materialen zoals zink, koper, kobalt, goud, zilver. Umicore heeft vier sites in Vlaanderen (Balen, Hoboken, Olen, Overpelt) waar er ernstige vervuiling van bodem en grondwater is vastgesteld, met grote gezondheidsgevolgen voor de omwonenden. Op 24 april 2004 plaatste het in de Vlaamse kranten een paginagrote advertentie, waarin het o.a. stelde: “Wij zullen deze last (…) niet meer doorgeven aan volgende generaties.” Umicore voorzag daarom 77 miljoen euro voor sanering in en rond haar vestigingen. Dit na druk vanuit de publieke opinie en bemiddeling door de overheid.

Umicore heette tot voor enkele jaren Union Minière en was het belangrijkste mijnbouwbedrijf in Congo. Union Minière werd opgericht om de minerale rijkdommen in Congo te gelde te maken. Ongetwijfeld veroorzaakte het bedrijf een veel grotere verontreiniging, of ecologische schuld, in Congo dan in België. Een soortgelijke druk zou het bedrijf ook kunnen verplichten haar ecologische schuld aan Congo terug te betalen.

Zal het begrip ecologische schuld ooit voldoende steun krijgen?

Er is het voorbeeld van de ecologische voetafdruk. Dat werd eerst ontwikkeld door wetenschappers, daarna enthousiast opgepikt door duizenden ngo’s en vertaald naar beleidsmaateregelen. Een vergelijkbare evolutie is ook te zien geweest bij de Tobin-taks, die ondertussen stilaan serieus genomen wordt. Een soortgelijke erkenning is momenteel niet vanzelfsprekend, met uitzondering misschien van de historische verantwoordelijkheid in het klimaatdebat (zie boven). Wat niet wegneemt dat het wel perfect mogelijk is een beleid uit te werken dat streeft naar vermijding van de dagelijkse opbouw van ecologische schuld. In bijvoorbeeld het energie-, landbouw-, handels- of ontwikkelingsbeleid kan onderzocht worden wat de impact is op andere landen of op globale ecosystemen en hoe die impact te verminderen.

Het concept ecologische schuld zou als kader kunnen dienen bij onderhandelingen tijdens klimaattoppen, welke recentelijk steeds op een sisser uitdraaiden.

Written by hallometsteven

oktober 13, 2010 at 9:43 am