regiofair of "hoe de krachten van fair trade en lokale korte keten te bundelen"

Archive for the ‘deel 1’ Category

versimpeling van het dieet : ‘ons dagelijks brood – overzicht van de wereldvoedselsituatie’ – deel 1

with 2 comments

surf ook eens naar : http://fairtradekookboek.wordpress.com

Hasselt, 15 april 2008

no free lunch

Als de bewoners van welvarende landen hun dieet zouden versimpelen en verspilling zouden proberen te voorkomen, dan zou de claim van deze landen op de voedselvoorraden aanmerkelijk verminderen en zouden er voorraden vrijkomen en zouden de voedselprijzen dalen voor degenen met de laagste inkomens: de ondervoeden van deze aarde. Een limiet op de consumptie van voedsel per hoofd zou de algemene voedselconsumptie doen stabiliseren of zelfs doen dalen.

 

inleiding

In 1974 schreef Lester R. Brown (de latere oprichter van het Worldwatch Institute) mee de allengs vergeten klassieker ‘ons dagelijks brood – overzicht van de wereldvoedselsituatie’. Begin 2003 kreeg ik de Nederlandstalige vertaling uit 1976 cadeau van een vriend, die het exemplaar oppikte in de Sleghte. Ik sloeg het boek willekeurig open op bladzijde 21 en las:

‘De gemiddelde Amerikaanse koper rijdt in zijn auto van twee ton een aantal kilometers naar de supermarkt om tenminste één maal per week ongeveer vijftien kilo voedsel te vervoeren.’

‘Voedselkilometers’ was toendertijd nog geen maatschappelijk bediscussieerd thema, de krachtige boodschap die in deze zinnen samengebald zat, maakte echter genoeg indruk om me te willen verdiepen in de wereld achter onze dagelijkse kost.

De cijfers in het boek mogen vandaag dan gedateerd zijn – of vooral eerder relevant voor het tijdsscharnier waarin ze toen werden gepresenteerd – vierendertig jaar later kunnen de waarschuwingen, die Brown en mede-auteur Erik P. Elkholm neerschreven, gelezen worden als de kroniek van een aangekondigde mondiale voedselcrisis, die vandaag bewaarheid lijkt te worden. De oplossingen, die de auteurs aanreikten, kunnen echter vandaag evenzogoed gelden als een blauwdruk om de crisis alsnog te tacklen en om te buigen tot een duurzame wereldsamenleving zonder honger. Tenminste, wanneer de door zichzelf tot leiders uitgeroepen elite van vandaag de politieke moed en humane reflex willen betonen, die haar voorgangers onmiskenbaar ontbeerden of weigerden op te nemen in het hun beleid.

versimpeling van het dieet

‘Pogingen om de wereldbevoking van voldoende voedsel te voorzien kunnen niet meer alleen steunen op pogingen de voedselvoorraden te vergroten. (…) Bijna even belangrijk is de noodzaak de groei van de consumptie per hoofd in te dammen onder de welgestelden van deze aarde; zij die al teveel eten.’

Hoofdstuk XIV van het boek (waaraan de titel van dit stuk werd ontleend) begint met deze woorden. In hoofdstuk 13 werd een strategie opgesteld om de demografische remmen in te schakelen. Een onderwerp dat tot op vandaag enkel door het communistische China met de nodige voorzienendheid daadwerkelijk in beleid is omgezet geworden. Beeft een groot deel van de wereld anno 2008 nog steeds bij deze gedachte, dan (b)lijkt voor de welgestelde elite het bewerkstelligen van een verminderde vraag naar voedsel even huiveringwekkend als onbespreekbaar. Nochtans, een versimpeling van het dieet dringt zich op, willen ook de toekomstige generaties – zelfs in de welvarende regio’s van vandaag – het met meer dan een spreekwoordelijke droge kost willen doen.

Willen we zelf aanspraak kunnen blijven maken op de schaarse hulpbronnen, moeten we onze definitie van altruïsme vervangen door een andere. Voor een mens met één korst brood kan een tweede hem het leven redden, maar iemand die al een heel brood heeft, heeft niets aan een extra korst. Wat er nu belangrijk is bij de internationale voedselpoltiek, is wie er die extra korst krijgt – de welgestelde die het niet nodig heeft, of de hongerige die leeft aan de rand van ondergang.

Wat volgt zal de deelonderwerpen uit het genoemde hoofdstuk terug opnemen, voornamelijk letterlijk reproduceren en duiden met hedendaagse feiten en kennis.

1. economie, ecologie en gezondheid

Vandaag de dag werken een aantal belangrijke factoren samen om het dieet van de welgestelden te vereenvoudigen:

▫ de noodzaak om zuinig te zijn op voedseluitgaven om de effecten van de inflatie op het huishouden te beperken;
▫ de noodzaak om de ecologische druk, die geassocieerd wordt met een voortdurende uitbreiding van de voedselproductie, te verlichten;
▫ en de noodzaak de consumptie van veeteeltproducten om gezondheidsredenen te verminderen.

Behalve deze redenen van eigenbelang is er natuurlijk ook nog een morele noodzaak de diëten te versimpelen. In een wereld waar schaarste heerst, gaat de méérconsumptie van de rijken natuurlijk altijd ten koste van de armen. Die morele kwestie komt naar voren door het feit dat zij die teveel eten niet degenen zijn die behoren tot de ondervoede armen.

Die economische voordelen van een versimpeling van die diëten zijn het gevolg van primaire prijsverschillen voor de verschillende soorten voedsel. Proteïne is veel kostbaarder dan zetmeel. Dierlijke eiwitten zijn duurder dan plantaardige eiwitten en sommige soorten dierlijke eiwitten zijn weer kostbaarder dan andere.

Velen van ons consumeren veel meer eiwitten dan we nodig hebben. Dit zijn feiten waar we vanuit zullen moeten gaan als we een strategie moeten ontwikkelen, waarbij niet alleen de voedseluitgaven beperkt kunnen worden, maar ook de gezondheid verbeterd kan worden.

De druk die uitgeoefend wordt om de uitgaven voor voedsel te verlagen, is gedeeltelijk een gevolg van de gestegen voedselprijzen, doordat steeds meer mensen moeten concurreren om de ontoereikende voedselvoorraden. Een vermindering van de eiwitconsumptie, of een vervanging van dierlijke eiwitten door plantaardige, vormen een bijdrage tot een vermindering van de persoonlijke voedselonkosten. Het zijn eveneens bijdragen tot de bestrijding van inflatie in het algemeen en een vereenvoudiging van de diëten van de welgestelden zal ook de inflatoire druk in de wereld verminderen.

De ecologische redenen om de eetgewoonten te versimpelen zijn nogal ingrijpend. We moeten er nog eens aan denken dat de claim op voedsel per hoofd van de bevolking tussen de verschillende landen niet een kwestie is van een percentueel verschil, maar van een verschil dat soms wel eens vijf tegen één bedraagt. De ecologische kosten om de voedselvoorraden te vergroten komen steeds meer op de voorgrond. Het blijkt bijvoorbeeld uit de vergiftiging van meren en rivieren door het steeds intensievere gebruik van kunstmest en de nog steeds in aantal en omvang groeiende veemesterijen met hun enorme afvalproblemen. Ecologische schade ontstaat ook door het nog steeds groeiende wereldgebruik van insecticiden en het openleggen van steeds meer natuurgebied voor de landbouw. Zelfs een bescheiden vermindering van de consumptie van veeteeltproducten door de rijken, zou bij kunnen dragen tot een vermindering van de druk op het mondiale eco-systeem.

Maar gezondheidsredenen dragen misschien wel de grootste overtuigingskracht in zich voor een versimpeling van de eetgewoonten. De stijgende koopkracht heeft in de rijkere delen van de wereld de economische remmen op de consumptie van veeteeltproducten opgeheven. Het merendeel van de mensen gaat hierdoor gewoon meer vlees eten, zonder zich af te vragen wat het optimale consumptieniveau ervan is. Maar tegenwoordig zijn het vooral de specialisten in hart- en vaatziekten die ons op de problemen wijzen. In feite vertellen ze ons, dat we meer vlees eten dan goed voor ons is. Men raadt de mensen aan om van de consumptie van varkens- en rundvlees over te gaan op de consumptie van kip, dat een lager gehalte aan verzadigde vetten bezit.

De verschillende argumenten die hier aangevoerd zijn om de consumptie per hoofd van veeteeltproducten te beperken en dus de claim per hoofd op de wereldvoedselvoorraden, zal op verschillende mensen een verschillende uitwerking hebben. Toch zullen maar weinigen zich niet door een van deze argumenten aangesproken voelen. Het is de moeite waard om op te merken dat de waarschuwingen van artsen reeds hebben bijgedragen tot bijvoorbeeld een daling van de eierconsumptie of – zoals we verder zullen zien – dat technologische vooruitgang, bijvoorbeeld, zorgde voor een vervanging van roomboter door margarine.

Het samenspel van economische, ecologische, gezondheids- en morele overwegingen – zo hoopten de auteurs Brown en Eckholm – zouden de andere landen misschien ontmoedigen in het voetspoor van de Verenigde Staten, Canada of Europa te treden. Vandaag weten we (what’s in a word) ‘beter’…

Deel 2: plantaardige oliën in plaats van dierlijke vetten
Deel 3: vermijden van verspilling

Written by hallometsteven

april 15, 2008 at 5:28 pm