regiofair of "hoe de krachten van fair trade en lokale korte keten te bundelen"

Archive for mei 2008

Limburgse melkveehouders eisen faire prijs voor hun faire product

with one comment

Lees ook “de wereld is een soep en de boeren zijn de ballekes” en “rechtvaardige prijzen door prijstransparantie


Alleen samenwerking geeft de consument een duurzame toevoer van producenten.

Het is niet fair om de melkveehouder en de consument te belasten met de historisch scheefgegroeide problematiek van de zuivelindustrie.

Belgian Dairy Board, de Belgische vereniging van melkveehouders.

STOP PRESS: “Oxfam Solidariteit en melkboeren van Belgian Dairy Board samen op Pukkelpop”.
(link naar fairtradekookboek.wordpress.com)

Steeds meer boeren voelen zich in de steek gelaten door hun ‘belangenorganisatie’ de Boerenbond. Het is dan ook goed om te zien dat de melkveehouders van plan zijn het heft terug in eigen handen te nemen en hun problemen zélf proberen op te lossen. Wanneer dit volgens de principes van regiofair mag gebeuren, lijkt een coalitie tussen de traditionele fairtradebeweging en zichzelf organiserende, weerbare boeren in het Noorden weldra een feit.


De reportage op VTM (?) over de protesten van de melkveehouders.

regiofair begint met rechtvaardige prijzen door prijstransparantie

with 5 comments

Dit is een geactualiseerde versie van een artikel, dat in februari 2004 verscheen op http://www.driegeleding.org.

UPDATE – Leren van Holland:
  1. Peter Jens: “boerenkoepels, banken en overheid staan voor Sophie’s Choice”
  2. Dick Veerman: “De boerendaalder – aanzet tot een OK economie”

Fair Trade voor iedereen

Als consument heeft men er belang bij om zo goedkoop mogelijk in te kopen. Dit kan echter snel ten koste gaan van de producent. Bijzonder duidelijk wordt dit zichtbaar bij het steeds verder dalende inkomen van de boeren in de ontwikkelingslanden. Hier hebben de consumenten gereageerd en kiezen in versterkte mate voor produkten uit de ‘eerlijke’ handel de zgn. ‘fair trade’. In Europa zijn echter ook boeren. Waarom zouden zij ook niet van de eerlijke handel profiteren?

fair trade criteria uitgekristalliseerd

In de loop der jaren zijn enkele fair trade criteria uitgekristalliseerd, die voor een deel omvattender zijn, dan men op het eerste gezicht zou vermoeden.

een inkomen dat bestaanszekerheid schept

De prijzen worden in vergaande mate onafhankelijk van de wereldmarktprijzen vastgelegd.

langdurige verdragen

Door deze zekerheid zijn ook investeringen eenvoudiger.

vooruitbetaling

In de meeste gevallen worden bestellingen tot 50% vooruitbetaald.

geen tussenhandel

Verdragen worden door de producenten direct met de boeren of hun coöperaties gesloten.

van pure markteconomie naar een verdragseconomie

Wat door fair trade in gang is gezet, laat zich het beste omschrijven als een geleidelijke overgang van de pure markteconomie naar een verdragseconomie. Maar anders als bij producentenkartels worden de hogere prijzen voor de producenten niet achter de rug van de consumenten om, maar op basis van wederzijdse overeenstemming vastgesteld.

Open dagen op de (biologische) boerderijen vernieuwen de band tussen boer en consument en zijn daarom een stap op weg naar ‘regiofair‘.

leren van het succes

eerlijke handel met het zuiden overdragen op de eigen landbouw

Bijzonder succesvol is de eerlijke handel in Zwitserland. Hier bereikte in 2004 een toonaangevende supermarktketen dubbelcijferige marktaandelen van fairtrade-produkten (sinaasappelsap 10%, koffie 16%, bananen 21%). Vandaag zijn fairtradebananen in de Alpenstaat goed voor een marktaandeel van over de vijftig procent. Deze cijfers zijn grotendeels op het conto te schrijven van een coöperatieve winkelketen, die besloten enkel nog fairtradebananen te verkopen. [info]

Ondernemingen, die nog niet mee willen doen, komen onder druk te staan. Op de Zwitserse website van Nescafé stond begin 2004 nog een behoorlijk uitvoerige uiteenzetting te lezen, waarom het concern geen fair trade produkten aanbood en dat ook in de toekomst niet van plan was. Op dezelfde website in Duitsland was het onderwerp echter totaal onvindbaar. De reden mocht duidelijk zijn. In Duitsland werden ondanks de 10 keer grotere bevolking nog niet eens de absolute aantallen van de Zwitserse fair trade omzetten bereikt! In maart 2008 bekende Nescafé zich echter plots minder afkerig t.a.v. eerlijke handel en bracht een Max Havelaar-variant van haar oploskoffie op de markt. [info]

De wereld kan dus iets van de Zwitsers leren. Maar de Zwitsers kunnen ook iets van zichzelf leren. De vraag is namelijk, hoe het succes van de eerlijke handel met de ontwikkelingslanden op die van de eigen landbouw overgedragen kan worden. Wanneer men de vele landbouwsubsidies weglaat, dan zou het de meeste Europese boeren niet veel beter vergaan als hun collega’s in de ontwikkelingslanden. Het probleem van dergelijke overheidssubsidies is echter, dat zij op een andere wijze nog veel grotere problemen scheppen, als de problemen die zij ermee zeggen op te lossen.

mondiale eerlijke handel: van ‘transfair’ naar ‘regiofair’

In tijden van globalisering heeft iedere vermenging van staats- en economische belangen catastrofale gevolgen. Hybride structuren zoals de WTO, waar politieke vertegenwoordigers over economische vragen zoals subsidies en importheffingen beslissen, hebben tot escalatie van de spanningen tussen Noord en Zuid geleid. Een alternatief daarvoor is een regionale fair trade, waar prijsproblemen tussen producenten en consumenten – dat wil zeggen binnen de economie zelf – met wederzijds goedvinden opgelost worden. Dan speelt het geen rol meer wie over precisie- of massavernietigingswapens beschikt. In Duitsland werd voor de mondiale eerlijke handel de term ‘transfair’uitgevonden. Hoe zou het zijn, wanneer wij – als uitbreiding daarvan – van ‘regiofair’ zouden spreken?

meer prijstransparantie

De naam regiofair alleen is niet genoeg. De Europese consument associeert ontwikkelingslanden spontaan met armoede. De situatie van de eigen landbouw stelt hij zich beduidend minder dramatisch voor. Hij ziet daar niet zo makkelijk de noodzaak om niet alleen naar het eigen belang te kijken. Maar wat als hem de cijfers ter inzage gelegd zouden worden?

Wij consumenten zijn reeds meesters op het gebied van de prijsvergelijking. Tot nu toe kunnen wij kunnen echter alleen eindprijzen vergelijken. Geheel anders zou het zijn, wanneer naast de winkelprijs nog aangegeven zou worden welk aandeel daarin de boeren, verwerkende industrie, transport, groothandel en detailhandel hebben.

Bij een dergelijke prijstransparantie laat zich snel vaststellen of de prijs niet toevallig ten koste van de lokale boeren verlaagd is. Dat zou nog eens ‘consumentenopvoeding’ zijn. Dit is met name belangrijk voor de biologische, respectievelijk biologisch dynamische landbouw, die zo langzamerhand haar weg vindt in de reguliere supermarkten. Niet alle merken, zoals Demeter in Zwitserland, staan erop, dat deze supermarkten dezelfde prijs betalen als de andere winkels en alleen daardoor goedkoper kunnen verkopen door een kleinere marge te nemen. Anderen laten zich wat sneller onder druk zetten.

Men kan zich daarom voorstellen, dat de supermarkten tegen prijstransparantie zijn. Nog minder enthousiast zijn echter de kleine winkels die juist in de natuurvoedingsbranche sterk vertegenwoordigd zijn. Zij moeten hogere prijzen hanteren om te kunnen overleven.

Ze zien het niet zo zitten wanneer – bijvoorbeeld op verpakkingen – zichtbaar gemaakt wordt dat de hoge winkelprijzen met name op hun nogal hoge marges terug te voeren zijn. Dit heeft tot nu toe het bio-dynamisch keurmerk Demeter in Zwitserland ervan weerhouden om het initiatief voor meer prijstransparantie te nemen, hoewel dit zowel door de Demeter consumenten als Demeter boeren gewenst werd. Men is bang om door de kleine natuurvoedingswinkels geboycot te worden.

Misschien zijn er wel betere vooruitzichten zijn bij natuurvoedingssupermarkten te vinden. Zo heeft de winkelketen Alnatura al artikels (van de hand van de originele auteur van dit artikel – red.) over prijstransparantie in haar klantenblad opgenomen. Toch zijn er nog enkele artikelen als deze en veel vragen van klanten nodig, totdat de eerste concrete stappen in deze richting zullen gezet worden. Wanneer het zover is, dan heeft regionale eerlijke handel duidelijk betere kansen.

steekt de duivel in de tussenhandel?

Wat weerhoudt Nescafé er echter van om voor de volle honderd procent aan de mondiale eerlijke handel mee te doen? Het meest duidelijke argument is misschien, dat de multinational in plaats van directe aankoop bij de koffieplanters liever gebruik maakt van koffiemakelaars, die “zoveel waren samenbrengen, dat transport en arbeid zich lonen”. Wanneer de prijzen vanwege de overproduktie te sterk zinken, wordt maar al te snel vergeten dat handel op zichzelf altijd goedkoper makend werkt. De tussenhandelaren worden dan snel als uitbuiters beschouwd.

Wanneer echter van de kant van Nescafé beweerd wordt, dat vaste prijzen tot uitbreiding van plantages en overproduktie leiden, dan vraag je je toch af of deze mensen wel weten waarover ze het hebben. Dit klopt bij door de overheid gegarandeerde prijzen zoals men deze van de Europese landbouwpolitiek kent. Bij de prijstoeslag die gehanteerd wordt bij de eerlijke handel voelen de producenten zich echter verantwoordelijk. Velen investeren het extra geld om hun afhankelijkheid van koffie te reduceren en alleen dan koffie te produceren, wanneer de prijzen hoog genoeg zijn. Zij krijgen dus meer ruimte om de markt zelf vorm te geven (in plaats van heen en weer geslingerd te worden door de dynamiek van de wereldmarkt).

Dit artikel verscheen in 2004. Sylvain Coiplet is oprichter van het Institut für Soziale Dreigliederung in Berlijn. (Vertaling EC Bakker)

1. het originele artikel vind je hier: http://www.driegeleding.org/fairtrade

2.Over fairtradebananen in Zwitserland

“En je ziet dat in bepaalde gevallen alternatieve distributrievormen eigenlijk zelfs dominant kunnen zijn. In Zwitserland is een meerderheid van de verkochte bananen fair trade. Hoe komt dat? Omdat de distributie voor een groot deel nog steeds in handen is van een coöperatieve winkelketen, en dat die vanuit haar waarden kan zeggen: ‘wij kiezen voor fair trade, principieel’. In die keten zijn bijna negentig procent van alle verkochte bananen fair trade. Op dat moment overstijg je het pure statement. Dan ben je ook economisch van belang. Tot in het Zuiden in dit geval.”

: Dirk Barrez in een interview op Indymedia.be.

3. ‘Nescafé gaat fair’ – rechtstreekse link naar foodlog.nl

Terug naar boven

&nbps;


&nbps;

over prijstransparantie bij voedingsproducten:

pleidooi voor een Nederlands fair trade keurmerk

&nbps;

Zeer de moeite om te lezen, is dit artikel: Transparantie in de prijsopbouw: Pleidooi voor een Nederlands fair trade keurmerk (opent PDF), op de website van de Landbouwuniversiteit van Wageningen.

Written by hallometsteven

mei 27, 2008 at 8:58 am

DE KEUZE VAN DEKEYSER – Het rijke Westen?

with one comment

teruggevonden op : www.okra.be

(pdf 3,66 MB van het april-nummer van OKRA-magazine)

Toen het begrip globalisering mondgemeen werd, had het een veeleer aangename bijklank. Het betekende dat de concurrentie zich over heel de aardbol zou uitbreiden, maar wij in het Westen, de uitvinders en de leveranciers van alle spitstechnologie, zouden er in de eerste plaats beter van worden.

Het gemakkelijke werk zouden onze bedrijven uitbesteden en voor een prikje door Chinese of Indische handen laten verrichten. Zelf zouden we onze voorsprong veilig stellen door steeds meer geraffineerde technologie te verzinnen en te vervaardigen. Als onze eigen werknemers echt te duur werden dan konden de bedrijfsleiders hun fabrieken gewoon naar Azië overplaatsen. Vlak bij de arbeidsbron. Daar kwamen de spotgoedkope werkkrachten a.h.w. uit de late middeleeuwen.

Hersenvlucht of hersengroei?

Erg slimme Indiërs en dito Chinezen zouden welkom zijn in het Westen. Hier konden ze chirurg worden, scheikundige of informaticus. Ze konden ook voor ingenieur studeren en in onze geavanceerde bedrijven aan research doen. Nog een voordeel van de globalisering! Het Westen kon er alleen maar wel bij varen. Zo dachten we toch.

Het is echter anders verlopen dan voorspeld. De ontluikende derdewereldlanden hebben hun hersenen thuis gehouden. Of nog erger: ze stuurden hun beste krachten naar het Westen om er hi-tech op te doen en haalden hen dan terug naar huis om er het Westen na te bootsen, te evenaren en voorbij te steken. De hersenvlucht was hersengroei geworden. Zo groeiden ontwikkelingslanden als China, India, maar ook Brazilië en Mexico uit tot geduchte concurrenten. Met hun goedkope arbeid kregen ze heel de wereld als klant. Geleidelijk werden hun producten even goed als die uit het Westen. Alleen waren ze veel goedkoper. Aan de top van de ontwikkelingslanden ontstonden gigantische kapitalen midden de schrijnende armoe. Eigenlijk dankzij de armoe van de massa. Want ze konden immers evenzeer profiteren van hun eigen goedkope werkkrachten als het rijke Westen! Soms waren de miljonairs louter privépersonen (zoals in India), soms behoorden de multinationals aan de staat (zoals in China). Wat moesten ze beginnen met al dat geld in de kluis? Geld moet rollen. Ze begonnen zich op te werken tot echte gelijken van de westerse industriële reuzen.

Gele en bruine vingers in de pap

Derdewereldmultinationals zijn zich dus in de westerse industrie gaan inkopen. Kapitalistische firma’s die het moeilijk hadden in de concurrentiestrijd lieten zich, na enig tegenstribbelen, door derdewereldbedrijven opslorpen. Ze hebben dat zo geruisloos mogelijk gedaan. Toen de afdeling pc van IBM in 2005 door het Chinese Lenovo werd overgenomen, zag je dat niet aan de toestellen. De modellen bleven elkaar opvolgen onder de vertrouwde wereldnaam IBM. Het logo Lenovo was nergens te bekennen. Trouwens, Lenovo klinkt nu ook niet bepaald Chinees.

Toen het Britse Jaguar en Land Rover Indisch werden, opgekocht door Tata-motors, behielden ook zij hun namen en het vertrouwen van de klant.

Ons bloedeigen Sidmar blijft aan zijn naam gehecht ook al is het Maritiem Staalbedrijf Indisch geworden. Eigenlijk zou Sidmar Arcelor Mittal moeten heten naar zijn nieuwe eigenaar Lakschmi Mittal. Troost: Sidmar is nu een onderdeeltje van de grootste staalgroep ter wereld. De baas is een Indiër van 56 jaar. Zijn fortuin bedraagt 32 miljard dollar.

De grote Vlaamse busbouwer Van Hool, met zijn 4 369 werknemers, probeert weerstand te bieden aan de overname door de Indische constructeur Hinduja. Zal het lukken? Hinduja heeft belangen in meer dan vijftig landen…

Alleen de VS slaagden er voorlopig in hun oliemaatschappij Unocal uit Chinese handen te houden. Washington zag er een strategische dreiging in voor Amerika’s oliebevoorrading. Chevron mocht dan Unocal kopen, ook al boden de Chinezen van Cnooc (China Offshore Oil Company) 4 dollar per aandeel meer.

Van staal, over auto’s en bussen naar banken

Bij de verovering van het Westen beperken de derdewereldlanden zich niet tot het inpikken van wankele bedrijven of bedrijfssectoren. Na de instorting van de huizenmarkt in de VS, waarbij zelfs grote banken lelijk hun broek scheurden, zijn de derdewereldlanden hun miljarden spaarcentjes (uit olie, gas, delfstoffen en massale leveringen van goedkope producten) in die westerse banken gaan investeren. Het Arabische Abu Dhabi stopte bv. 7,5 miljard dollar in de kaalgeplukte Citigroup.
Singapore deed er nog eens 6,88 miljard dollar bovenop. Daarbij mogen we niet vergeten dat Citigroup de grootste bank van de VS is.

Waarschijnlijk de grootste bank van de (westerse) wereld. Steeds meer Arabische en Aziatische landen lenen miljarden dollars aan de noodlijdende Amerikaanse instelling. Resultaat? Hoewel de Citigroup de grootste bank van de VS blijft, wordt ze, beetje bij beetje, minder Amerikaans. Veel bankiers slaat de angst om het hart. Wie krijgt het over enkele jaren voor het zeggen? Daarenboven zijn de geïnvesteerde kapitalen vaak geld van de staat. Van Beijing bv. waar de partij de teugels strak houdt.

Als, indien… veronderstel dat China het bij Citibank voor het zeggen krijgt, wie heeft dan het laatste woord? Zal Amerika zich nog durven opwerpen als de verdediger van Taiwan, als dat landje in een conflict verwikkeld raakt met Beijing?

En wat zou er gebeuren als Chavez van Venezuela zich bv. in de Amerikaanse aluminiumproducent Alcoa inkoopt en de Amerikaanse bedrijven naar zijn eigen land overbrengt? De vrees voor dergelijke scenario’s leeft echt in Amerika. En dan is de recessiewolk nog lang niet overgewaaid… De hypotheken van de huizen raken immers niet afbetaald. De consumenten tasten minder diep in hun zakken, zelfs de koopjes lijden eronder. De beurzen krijgen sporadisch rillingen terwijl de vroegere arme landen elke dag rijker worden!

Tekst Miel Dekeyser

Written by hallometsteven

mei 14, 2008 at 3:05 pm