regiofair of "hoe de krachten van fair trade en lokale korte keten te bundelen"

Posts Tagged ‘voedselcrisis

Because we can, Ome Willem: strontburgers ofte broodje poep, NU!

with one comment

Een Japanse schetenwapper heeft van menselijke ontlasting een kakburger gemaakt. Het broodje poep – je hoort het goed – komt eraan, Ome Willem!

Het zou volgens de onderzoeker een oplossing in zich kunnen dragen voor de wereldwijde voedselcrisis.
De moeilijkst te nemen horde zou van psychologische aard zijn…

Wat dacht je van dit, in combinatie met bloemkool? … met een papje… met een papje…

Written by hallometsteven

juni 15, 2011 at 4:37 pm

Limburgse melkveehouders eisen faire prijs voor hun faire product

with one comment

Lees ook “de wereld is een soep en de boeren zijn de ballekes” en “rechtvaardige prijzen door prijstransparantie


Alleen samenwerking geeft de consument een duurzame toevoer van producenten.

Het is niet fair om de melkveehouder en de consument te belasten met de historisch scheefgegroeide problematiek van de zuivelindustrie.

Belgian Dairy Board, de Belgische vereniging van melkveehouders.

STOP PRESS: “Oxfam Solidariteit en melkboeren van Belgian Dairy Board samen op Pukkelpop”.
(link naar fairtradekookboek.wordpress.com)

Steeds meer boeren voelen zich in de steek gelaten door hun ‘belangenorganisatie’ de Boerenbond. Het is dan ook goed om te zien dat de melkveehouders van plan zijn het heft terug in eigen handen te nemen en hun problemen zélf proberen op te lossen. Wanneer dit volgens de principes van regiofair mag gebeuren, lijkt een coalitie tussen de traditionele fairtradebeweging en zichzelf organiserende, weerbare boeren in het Noorden weldra een feit.


De reportage op VTM (?) over de protesten van de melkveehouders.

een aangename waarheid over de échte groene revolutie: boeren redden de wereld – familiale landbouw kan de wereldbevolking voeden

with 3 comments

surf ook eens naar : http://fairtradekookboek.wordpress.com


Voorbeelden uit o.a. Afrika bewijzen dat kleine familiale landbouw meer kan opleveren dan grootschalige, zonder grote nood aan kapitaal, aldus Engelen. Hij pleit ervoor om voedsel niet te behandelen als gelijk welk handelsgoed, al was het maar voor het strategisch belang.

Jan Aertsen van Vredeseilanden schreef een opiniestuk over de problematiek van de stijgende voedselprijzen. Je kan zijn collega Gerd Engelen hierover horen op een podcast door Radio Centraal Antwerpen.

• 2,5 miljard mensen leven van de landbouw en zijn perfect in staat om iedereen genoeg te laten eten.
• Industrieland Zuid-Korea besteedt een groter deel van zijn budget aan landbouw dan de meeste Afrikaanse landen.
• Ofwel eten, ofwel klimaatverandering bestrijden: een valse tegenstelling.
• Het is een aangename waarheid: de familiale landbouw kan de wereldbevolking voeden.
• Ook bedrijven dragen een cruciale verantwoordelijkheid.
• Met een mondiale voedselvoorraad van slechts veertig dagen is er geen tijd meer om keuzes uit te stellen.

Maakt u zich zorgen over de voedselcrisis? Dat zou niet moeten want eigenlijk is de oplossing voor de voedselcrisis heel eenvoudig. Lees even mee voor u ons gek verklaart. In de wereld leven 2,5 miljard mensen van de landbouw, boeren, boerinnen en hun kinderen. Zij zijn perfect in staat om de wereld van voldoende voedsel te voorzien. Overal waar boerenfamilies over voldoende en goede grond beschikken en over de middelen om te investeren in een productieve landbouw, leveren zij ronduit schitterende prestaties. Zij kunnen de oplossing bieden voor de stress die wij met z’n allen de voorbije decennia door de wereld jagen: we hebben de landbouw en de boeren aan hun lot overgelaten, de voedselproductie doen stokken, de prijzen laten stijgen alsook de honger en de ondervoeding; eerder nog vullen we onze benzinetanks met zogenaamde biobrandstof dan mensen te laten eten. Tot voor kort heerste honger vooral op het platteland. Nu raken zelfs de steeds talrijker arme stadsbewoners niet langer aan betaalbaar eten.

Een aangename waarheid

Maar het kan anders, en veel beter. Kleine en middelgrote boerderijen produceren in heel de wereld voor de lokale en nationale markten. En ze bewijzen dat ze productiever en efficiënter kunnen zijn dan de grote, industriële exportbedrijven. Onderzoek in tropisch Latijns-Amerika wijst uit dat boeren die meer gewassen op één zelfde veld verbouwen, een veel voorkomende praktijk aldaar, opbrengsten realiseren die twintig tot zestig procent hoger zijn dan bij monocultuur. Ze creëren bovenop meer werkgelegenheid zodat veel meer mensen er een goed inkomen aan overhouden. Terwijl de grootschalige agro-industrie de boeren laat uitsterven en de naburige steden laat verkommeren, scoort een performante familiale landbouw onvergelijkbaar beter. Hij draagt in grotere mate bij aan de economische ontwikkeling en de welvaart in de streken waar hij het voortouw mag nemen omdat hij zijn inkomen vooral in eigen streek spendeert. Zo komt het dat waar vooral familiale bedrijven bloeien, ook de omliggende steden floreren: er zijn meer lokale handelszaken, meer aangelegde straten en trottoirs, meer scholen, parken, kerken, clubs, kranten, een betere dienstverlening, een hogere werkgelegenheid en een grotere participatie van burgers aan het gemeenschapsleven. Zo blijkt uit studies waarvan de oudste teruggaat tot het Californië van de jaren veertig van vorige eeuw. Nog is het niet gedaan, want als zulke landbouw ecologisch tewerk gaat, zorgt die ook beter voor het milieu. Een agro-ecologische landbouw minimaliseert namelijk de inputs van buitenaf aan geïmporteerd veevoer, chemische meststoffen of pesticiden tot het uiterste. Zijn energiebalans is veel positiever, hij springt zuiniger om met de schaarse watervoorraden en verhoogt de vruchtbaarheid van gronden… en brengt toch meer op dan de moderne high tech landbouw die volledig steunt op externe inbreng.
En dus kunnen we best gelukkig zijn met deze aangename waarheid: de familiale landbouw kan de wereldbevolking voeden, morgen en over vijftig jaar, en dat op een duurzame wijze. Dat is de kracht van een boerenlandbouw.

De rol van overheden

De oplossing is simpel inderdaad. Alleen moeten dan wel enkele belangrijke voorwaarden vervuld raken. Zo moeten overheden eindelijk hun verantwoordelijkheid nemen. De wereld moet nu echt kiezen voor deze familiale landbouw en tegen een agro-industriële landbouw die geen plaats laat voor boeren, dat is de echte groene revolutie. Er is een globaal landbouwbeleid nodig waarbij landen en regio’s het recht hebben om zulke landbouw op poten te zetten en erin te investeren. Ook al is de huidige wereldconjunctuur die het belang van landbouw herontdekt gunstig, zoiets komt niet vanzelf. Na tientallen jaren van verwaarlozing in vele landen, zeker in Afrika, moeten overheden en samenlevingen dringend middelen vrijmaken voor een productieve landbouw.
Voorlopig is het niet probleem nummer één, maar er blijft zeker nood aan prijsstabiliteit en minimum leefbare prijzen in de landbouw. Overheden moeten opnieuw beseffen dat de markt, en zeker de wereldmarkt, voor voedsel niet zo goed werkt als voor auto’s of gsm’s. Je krijgt namelijk fel schommelende en doorgaans veel te lage prijzen. Daarom moet de markt versterking krijgen. Je moet maatregelen of mechanisme hebben die leefbare prijzen verzekeren en die de voedselvoorraden beheren, omdat ook de landbouwopbrengsten zelf sterk kunnen wisselen van oogst tot oogst.
Voor een goede economische ontwikkeling én voor duurzaamheid verdient lokale en regionale marktwerking voorrang boven de wereldmarkt.
Overheden moeten met andere woorden kunnen beschikken over voedselsoevereiniteit, het recht om hun landbouw in eigen handen te nemen, in plaats van hun landbouw en voedselproductie voortdurend verder te liberaliseren en over te leveren aan de wereldmarkt. Geloof niet dat zoiets een rem is op economische ontwikkeling, integendeel. Want dat is net wat alle rijke landen en wat de Europese Unie altijd hebben gedaan, dat is ook wat China heeft gedaan.
Als ze verstandig zijn, zullen overheden ook beseffen dat geen enkel beleid resultaat kan boeken indien het niet gebeurt in overleg en in volle samenwerking met de boeren en met hun organisaties.

Een duurzame keten, van boer tot supermarkt

Voedsel wordt niet enkel gekweekt, het moet ook verwerkt en verkocht raken. Dat is niet enkel een zaak van boeren, het is een lange economische keten. We zagen dat overheden hun rol te spelen hebben. En vanzelfsprekend dragen ook de bedrijven een cruciale verantwoordelijkheid, zowel de handelaars als de verwerkingsindustrie en de grootdistributeurs. Als ze werkelijk maatschappelijk verantwoord willen ondernemen, zullen ze natuurlijk financieel winstgevend moeten zijn. Maar evengoed zullen ze mee moeten waken over een sociaal en ecologisch duurzame landbouw. Essentieel is dat de boeren, die helemaal vooraan in de keten het voedsel voortbrengen, hun rechtmatige plaats krijgen. Ze moeten erover waken dat landbouwers loon naar werken krijgen en in goede omstandigheden kunnen boeren.
Koplopers tonen de weg. Zo sluit Alpro, een bedrijf uit de Vandemoortele groep, lange termijnovereenkomsten met zijn sojaboeren. Bovendien staat Alpro hen bij in hun productieproces en zorgt voor een vergoeding wanneer de oogst mislukt.
Zo krijgen een aantal kleine boeren van Unilever in Indonesië een hogere prijs dan de marktprijs. Daar is een goede reden voor want het bedrijf zit dringend verlegen om meer en betere zwarte sojabonen, een ingrediënt van de succesvolle zoete saus Kecap Bango. Daarom koopt Unilever rechtstreeks in bij de boeren om de kwaliteit te verbeteren, de productie te verhogen en de aanvoer te verzekeren. Die boeren profiteren mee: doordat de tussenhandelaars wegvallen krijgen ze een prijs die tien à vijftien procent hoger ligt. En zo verwerven ze een betere plaats in de productieketen.
We zijn niet naïef. Natuurlijk willen ook deze bedrijven winst blijven maken. Maar als ze én winst maken én boeren daarbij een plaats onder de zon kunnen geven, schieten we toch op.

Ofwel eten ofwel klimaatverandering bestrijden, een valse tegenstelling

De jongste jaren is de overtuiging gegroeid dat we energiegewassen, de zogenaamde biobrandstoffen, nodig hebben om klimaatverandering tegen te gaan. Nu al is duidelijk dat ontzettend grote hoeveelheden voedsel omgezet worden in brandstof voor onze auto’s. Ofwel eten hebben voor alle mensen, ofwel de opwarming tegengaan; ofwel voedsel hebben nu, ofwel de aarde bewaren voor toekomstige generaties, dit dilemma lijken we nu op ons bord te krijgen.
Maar zelfs in dit geval is de oplossing simpel. Dit dilemma bestaat niet, het is een valse tegenstelling. Want aan de ene kant is de huidige productie van energiegewassen – de eerste generatie – allerminst klimaatvriendelijk. Zij vernietigt o.a. het regenwoud in Brazilië en Indonesië en maakt zo enorme hoeveelheden broeikasgassen vrij. Aan de andere kant snelt onze duurzame familiale landbouw ons te hulp. Hij zorgt namelijk voor klimaatverkoeling want is veel CO2 neutraler dan de industriële landbouw.
We moeten dus stoppen met de concurrentie te organiseren tussen voedsel en energiegewassen. De absolute prioriteit vandaag is eten, niet energie. Trek dus de stekker uit de biobrandstofindustrie, vandaag eerder nog dan morgen. Met een voedselvoorraad van 40 dagen is het niet meer de moment om die keuze uit te stellen.
In tweede instantie moeten we heel kritisch kijken naar al het dierenvoer dat de wereld wordt rond gezeuld. Almaar meer vlees produceren vergt een veelvoud aan granen die niet meer beschikbaar zijn om te eten en de productie ervan gebeurt dikwijls niet zo milieuvriendelijk. Ook daarvoor sneuvelt veel regenwoud.

Goed bestuur maakt een groot verschil

Neem Zuid-Korea of Taiwan, nu allebei rijke landen. Neem Congo of Zambia, allebei straatarm. Hoe komt het toch dat die twee laatste amper vijftig jaar geleden welvarender waren dan de eerste twee. Zoek dus de verschillen, het is belangrijk om weten. Wel, Zuid-Korea en Taiwan hebben gekozen voor een vooral familiale en productieve landbouw gericht op de eigen noden. Dat heeft hen geen windeieren gelegd. Want hun landbouw heeft hen de kans verschaft om hun industrie op te bouwen. Hoe anders is het verlopen in zoveel andere landen, zeker in Afrika. Zelfs met nog amper zes procent van de werkende mensen die boer of boerin zijn, trekt industrieland Zuid-Korea nog altijd 13 procent van het overheidsgeld uit voor landbouw. De regeringen van Kameroen, Burundi of Soedan waar zeventig tot negentig procent van de mensen in de landbouw werken, goed voor bijna de helft van nationaal inkomen, spenderen minder dan twee procent van hun geld in die belangrijke economische sector.
Daar hoeft geen tekeningetje bij. In deze landbouwsamenlevingen laten de regeringen de boeren stikken. Meer dan eens gaat het ook om een botsing van belangen. Vele politici of hun families verdienen hun riante inkomsten omdat ze belang hebben bij een exportlandbouw of omdat ze de invoer controleren van rijst of ander voedsel uit het buitenland. Ook daarom verdedigen zij niet de belangen van de boeren.
De Afrikaanse landen hebben nu in de verklaring van Maputo beslist om tien procent van hun overheidsmiddelen in hun landbouw te gaan investeren. Als ze het echt doen, is dat niet slecht, maar het is wel nog veel te weinig. Zal dit hun industrialisering hypothekeren? Neen, net niet.

Een hoogdringend to do lijstje

Voedselonrust steekt snel de kop op, op het platteland en meer nog in de steden. Hoe zou je zelf zijn indien je honger hebt?
Al wat hierboven staat is nu dringend, maar wat meest van al? Een lijstje, om het niet te vergeten.
Aarzel geen seconde, maak meteen geld vrij voor het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties.
Vermijd daarbij de fouten van vroeger. Wanneer het Wereldvoedselprogramma en andere voedselhulpinitiatieven eten inkopen, dan moeten ze dat eerst lokaal en regionaal doen. Zo bezorgen ze de landbouwers ter plaatse of in de ruimere regio een beter inkomen en ze stimuleren hen meteen tot een hogere productie.
Haal nu eindelijk landbouw en voedselproductie weg bij de Wereldhandelsorganisatie en uit de vrijhandelsakkoorden die o.a. Europa en de Verenigde Staten aan het sluiten zijn. Want eten is geen koopwaar zoals alle andere.
Geef daarom de fakkel door aan de Wereldvoedselorganisatie FAO, bezorg hen het mandaat om te zorgen voor een duurzame landbouw in de wereld.
Ten slotte, voor alle rijke landen, voor de internationale financiële instellingen en hulporganisaties, maak nu eens werk van het optrekken van de budgetten voor landbouw in de internationale samenwerking.

Jan Aertsen
Directeur Vredeseilanden
15/04/08

Je kan dit artikel hier downloaden, om te lezen of uit te printen.

Wenst u hierover iemand te interviewen:

Bel Vredeseilanden: 016/31.65.80

Achtergrondinformatie:

Barrez Dirk, Koe 80 heeft een probleem. Boer, consument, agro-industrie en grootdistributie, EPO i.s.m. Vredeseilanden e.a., 2007, 254 p.

www.vredeseilanden.be

www.pala.be

Altieri Miguel en Nicholls Clara, Agroecology And The Search For A Truly Sustainable Agriculture, University of California, Berkeley, 2005, 291 p., zie o.a. p.150-151

http://www.agroeco.org/doc/agroecology-engl-PNUMA.pdf

FAO, Low-Income Food-Deficit Countries’ food situation overview, april 2008

http://www.fao.org/docrep/010/ai465e/ai465e07.htm

DFID, Heath John, 2005 agriculture policy: an interim evaluation, 2007, 70 p., zie o.a. p.68

http://www.dfid.gov.uk/aboutdfid/performance/files/ev672.pdf

Clay Jason e.a., Exploring The Links Between International Business And Poverty

Reduction: A Case Study Of Unilever In Indonesia, Oxfam GB, Novib Oxfam

Netherlands & Unilever, 2005, 67 p.

http://www.oxfam.org.uk/resources/policy/trade/downloads/unilever.pdf

Written by hallometsteven

april 25, 2008 at 7:55 am

Eigen kweek eerst: Sri Lankanen ruilen importtarwe voor zelfgekweekte rijst

leave a comment »

COLOMBO, 16 april 2008 (IPS) – De Sri Lankanen eten weer meer rijst en peulvruchten en minder tarweproducten. De verandering van eetgewoonte gaat gepaard met een overheidscampagne die de bevolking weer aan het tuinieren wil zetten om de kosten van de import van tarwe te drukken. Nu de graanprijzen op de wereldmarkten stijgen, is dat een zinvolle strategie, vinden voedseldeskundigen.

De Sri Lankanen eten weer meer rijst en peulvruchten en minder tarweproducten. De verandering van eetgewoonte gaat gepaard met een overheidscampagne die de bevolking weer aan het tuinieren wil zetten om de kosten van de import van tarwe te drukken. Nu de graanprijzen op de wereldmarkten stijgen, is dat een zinvolle strategie, vinden voedseldeskundigen.

De Sri Lankaanse president Mahinda Rajapakse prees de herwonnen voorliefde van zijn landgenoten voor inheemse rijst en peulvruchten. “Ik ben blij dat de consumptie van tarweproducten daalt”, zei de president. “Hoewel we zelf over vruchtbare gronden beschikken, is de tarwe aan ons opgedrongen, eerst gratis en later op krediet, tot we eraan verslaafd waren.”

Sri Lanka is een van de veertien landen die volgens de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie FAO in moeilijkheden dreigen te raken door de stijgende voedselprijzen. De regering in Colombo heeft de taks op de import van graan verhoogd en aan grote rijstproducten als India en Vietnam extra rijst gevraagd. India heeft al een bijkomende levering van 100.000 ton toegezegd.

Dat is een breuk met de trend in Sri Lanka om rijst te vervangen door graanproducten, omdat die goedkoper en gemakkelijker te bereiden zijn. De import van graan bedroeg in de voorbije maanden ongeveer 80.000 ton per maand, tegenover 120.000 ton vijf jaar geleden. Volgens officieuze cijfers zou de consumptie van tarweproducten met 40 procent zijn gedaald.

Eigen kweek eerst

De regering begon in september met een nationale campagne om de binnenlandse voedselproductie te stimuleren, onder het motto,”Let’s grow and build a Nation”. De regering wil ervoor zorgen dat er in de volgende jaren vier miljoen moestuinen bijkomen en houdt zich het recht voor om braakliggende gronden ter beschikking te stellen van pachters, die de eigenaar een kleine vergoeding betalen.

De voornaamste reden voor de campagne is financieel. Nog niet zo lang geleden spendeerde Sri Lanka 100 miljard roepie (581 miljoen euro) per jaar aan voedselimport. Een groot deel van de inkomsten uit de textielexport en van geld dat migranten terug naar huis sturen ging op die manier verloren. “De schulden die we hebben gemaakt om in de jaren zeventig tarwe te kopen zijn nog altijd niet betaald”, zei president Rajapkse bij de voorstelling van de campagne in december

Sri Lanka begon in de jaren zeventig tarwe in te voeren uit de Verenigde Staten onder een programma dat landen toeliet te betalen in hun eigen munt. Tegenwoordig wordt het graan uit Australië ingevoerd door Prima ltd, een in Singapore gevestigde molenaar die een vestiging heeft in Colombo. Die krijgt binnenkort concurrentie van een tweede fabriek die eigendom is van een molenaar uit Dubai.

Sri Lanka is niet het enige land waar de voedingsgewoonten veranderd zijn, zegt econoom Sirimal Abeyeratne van de universiteit van Colombo. In Europa bijvoorbeeld wordt tegenwoordig meer rijst gegeten, “allemaal het gevolg van globalisering.”

Sarath Fernando, die opkomt voor de belangen van kleine boeren, vindt het goed dat de regering minder afhankelijk probeert te worden van import, maar verwijt haar kortzichtigheid. “Er moet een degelijk beleid komen om de lokale voedselproductie te verbeteren”, zegt Fernando, “Momenteel zoeken ze gewoon een oplossing voor het probleem dat er niet genoeg geld is om voedsel te importeren.”

bron: mo.be

Written by hallometsteven

april 18, 2008 at 10:55 am

versimpeling van het dieet – deel 4: ‘Aardappelen en brood eten in plaats van rijst’ – dr. Winnie Gerbens

leave a comment »

TIP: ook het Groen Kookboek, dat Gerbens in 2000 publiceerde, is zéér de moeite waard.

surf ook eens naar : http://fairtradekookboek.wordpress.com

Hasselt, 15 april 2008

 

We moeten kritisch consumeren, zodat er genoeg is voor de hele wereldbevolking. Mensen die meer te besteden hebben gaan anders eten en drinken: meer vlees, meer zuivel en eieren en meer koffie, wijn en bier. Juist die producten leggen een veel groter beslag op natuurlijke hulpbronnen als land, zoet water en fossiele brandstoffen dan levensmiddelen uit een ’armer’ menu met vooral aardappelen, groenten en thee.

Download hier het volledige proefschrift.

,,Door de groeiende welvaart van met name Chinezen, Indiërs en andere Oost-Aziaten gaat dat problemen geven. Ook zij gaan anders eten en daarmee neemt de druk op die schaarse hulpbronnen toe. Zodanig dat er niet genoeg land, water en brandstof zal zijn om iedereen van dat ’rijke’ menu te voorzien. We hebben maar één aarde, dus moeten we ons menu veranderen’’, waarschuwt milieu-onderzoeker Winnie Gerbens-Leenes. Die ontwikkeling van een arm naar een rijk menu is al tijden gaande en steeds beter opgemerkt, maar er zijn nooit cijfers aan de diverse levensmiddelen gehangen. Gerbens ontwikkelde daarom een methode om de duurzaamheid van eetpatronen te meten. Op dat onderzoek promoveerde ze vorige week (5 december 2006, ed) aan de Rijksuniversiteit Groningen.

,,Als mensen meer gaan verdienen gaat hun eetpatroon veranderen. De snelste veranderingen treden op bij inkomens lager dan zo’n 12.000 dollar per jaar. Ik heb daar geen verklaring voor, maar je ziet het overal ter wereld, ongeacht culturele of religieuze verschillen.’’ De productie en verwerking van voedsel vergt veel van de drie essentiële hulpbronnen die Gerbens onderzocht. ,,Bijna alle landbouwgrond en zoetwater in de wereld. Daar zit dus nauwelijks nog rek in. Kijk naar land, tussen 1961 en 1998 halveerde de hoeveelheid die op wereldschaal beschikbaar is per persoon van 1,5 naar 0,8 hectare. Energie is weer nodig in de hele keten van de boer tot en met de consument. Wat energie betreft zijn cijfers wat lastiger te verkrijgen, maar in de westerse wereld gebruikt productie en consumptie van voedsel een vijfde van alle energie.’’ De omslag van een arm naar een rijk menu gaat steeds sneller. Zelfs in het toch niet arme Nederland van de twintigste eeuw zijn binnen een generatie al veranderingen in het menu waar te nemen die hun weerslag hebben op gebruik van schaarse hulpbronnen. Gerbens keek naar Nederland tussen 1950 en 1990.

,,In 1950 werd het Nederlandse eetpatroon gekenmerkt door een lage consumptie van dure levensmiddelen als vlees, kaas, fruit, alcoholische dranken en koffie. Men at voornamelijk nog aardappelen, brood, groenten, een beetje vlees en dronk voornamelijk melk. In 1990 was dat omgedraaid en daardoor nam het beslag op landbouwgrond met 40 procent toe. De productie van vlees, zuivel, vetten en eieren vergen dan al driekwart van alle landbouwgrond. Kijk je naar brood, aardappelen, groenten en fruit dan is dat samen maar tien procent.’’ In 1995 zijn er binnen de toch rijke EU grote verschillen waar te nemen, zo meet Gerbens. Het Deense menu legt tien jaar geleden het grootste beslag op land voor de voedselproductie, veertig procent meer dan de Portugezen. Denen gebruiken veel varkensvlees, vetten en koffie. Portugezen daarentegen gebruiken weinig vlees, weinig koffie en veel groenten en fruit. ,,De Zuid-Europese landen maken echter een sterke economische groei door, dus hun menu krijgt daarmee ook rijke kenmerken. Vergelijk je het rijke Deense menu met een karig menu uit ontwikkelingslanden, dan is het verschil enorm. Het Deense eetpatroon heeft zes maal zo veel land nodig. Als je dan ziet wat er in Oost-Azië gebeurt aan snelle economische ontwikkeling, besef je door deze cijfers dat het anders moet.’’

Toenemende technologische mogelijkheden kunnen het tij wel keren, maar niet alleen. Er moet veel meer gebeuren, stelt Gerbens. ,,De toenemende doelmatigheid in de voedselproductie, met name in de rijke wereld, is er natuurlijk wel. Dat geldt vooral voor landgebruik. Door de inzet van kunstmest, verbeterde gewasbescherming en irrigatietechnieken is de opbrengst per hectare van gewassen toegenomen, dus het ruimtebeslag per kilo product afgenomen. Toch levert dat geen winst op. Enerzijds kost een hogere opbrengst per hectare meer energie, anderzijds zijn we anders gaan eten, minder van die doelmatig verbouwde gewassen. Daardoor is de druk op hulpbronnen per saldo wel toegenomen.’’ Twee voorbeelden voegt Gerbens er nog aan toe om te laten zien dat niet alleen productie maar ook consumptie van belang is. ,,Bier legt relatief weinig beslag op hulpbronnen, maar we zijn er veel meer van gaan drinken, dus is de invloed daarvan behoorlijk gegroeid. Thee aan de andere kant legt juist een groot beslag op hulpbronnen, maar er wordt relatief weinig van gebruikt – met een kilo blaadjes kun je heel wat thee zetten.’’

Waar veel winst is te halen is, volgens Gerbens, is het tegengaan van verspilling. ,,Consumenten in het rijke deel van de wereld kopen vaak te veel in of bewaren het niet goed. Daardoor wordt veel eten ongebruikt weggegooid. Maar ook in eerdere schakels van de voedselketen verdwijnt voeding. Ik weet niet waar het blijft maar de cijfers tonen aan dat het gat tussen de beschikbaarheid en het feitelijk gebruik almaar groeit. Al met al verdwijnt de helft ongebruikt.’’ Tot slot is het onontkoombaar dat dure levensmiddelen worden vervangen door meer duurzame. De milieudeskundige wijst er daarbij op dat bewoners van ontwikkelingslanden, Gerbens deed ook onderzoek in Nigeria, niet het kind van de rekening mogen worden. ,,De karige menu’s behoeven uitbreiding. Dan gaat gezondheid wat mij betreft altijd boven milieubeslag. Het komt erop neer dat zij iets meer mogen gaan eten en wij iets minder.

Gerbens hoopt dat haar meetsysteem kan bijdragen aan die bewustwording. ,,Het helpt bedrijven meer duurzaam te produceren. Consumenten geeft het een methode in handen om gericht boodschappen te doen.’’ Maar ook Gerbens beseft dat gedragsverandering uiterst moeizaam gaat. Consumenten laten zich bij hun dagelijks eten door meer zaken leiden dan het milieu. ,,Ja zeker, eten is ook een sociaal en cultureel fenomeen. Die vertaalslag naar de consument toe van mijn onderzoek zal een hele opgave worden.” Het is nog niet zo ver dat supermarkten op hun producten de mate van duurzaamheid aangeven. „Ik heb zelf enkele jaren geleden al een duurzaam kookboek gepubliceerd.’’

Bron: Trouw

Het wetenschapsprogramma van de Rijksuniversiteit Groningen maakte dit filmpje n.a.v. de promotie van dr. Winnie Gerdens.

Lees hier het officiële persbericht n.a.v. de promotie van Winnie Gerbens: www.rug.nl

Written by hallometsteven

april 15, 2008 at 7:52 pm