regiofair of "hoe de krachten van fair trade en lokale korte keten te bundelen"

versimpeling van het dieet – deel 4: ‘Aardappelen en brood eten in plaats van rijst’ – dr. Winnie Gerbens

leave a comment »

TIP: ook het Groen Kookboek, dat Gerbens in 2000 publiceerde, is zéér de moeite waard.

surf ook eens naar : http://fairtradekookboek.wordpress.com

Hasselt, 15 april 2008

 

We moeten kritisch consumeren, zodat er genoeg is voor de hele wereldbevolking. Mensen die meer te besteden hebben gaan anders eten en drinken: meer vlees, meer zuivel en eieren en meer koffie, wijn en bier. Juist die producten leggen een veel groter beslag op natuurlijke hulpbronnen als land, zoet water en fossiele brandstoffen dan levensmiddelen uit een ’armer’ menu met vooral aardappelen, groenten en thee.

Download hier het volledige proefschrift.

,,Door de groeiende welvaart van met name Chinezen, Indiërs en andere Oost-Aziaten gaat dat problemen geven. Ook zij gaan anders eten en daarmee neemt de druk op die schaarse hulpbronnen toe. Zodanig dat er niet genoeg land, water en brandstof zal zijn om iedereen van dat ’rijke’ menu te voorzien. We hebben maar één aarde, dus moeten we ons menu veranderen’’, waarschuwt milieu-onderzoeker Winnie Gerbens-Leenes. Die ontwikkeling van een arm naar een rijk menu is al tijden gaande en steeds beter opgemerkt, maar er zijn nooit cijfers aan de diverse levensmiddelen gehangen. Gerbens ontwikkelde daarom een methode om de duurzaamheid van eetpatronen te meten. Op dat onderzoek promoveerde ze vorige week (5 december 2006, ed) aan de Rijksuniversiteit Groningen.

,,Als mensen meer gaan verdienen gaat hun eetpatroon veranderen. De snelste veranderingen treden op bij inkomens lager dan zo’n 12.000 dollar per jaar. Ik heb daar geen verklaring voor, maar je ziet het overal ter wereld, ongeacht culturele of religieuze verschillen.’’ De productie en verwerking van voedsel vergt veel van de drie essentiële hulpbronnen die Gerbens onderzocht. ,,Bijna alle landbouwgrond en zoetwater in de wereld. Daar zit dus nauwelijks nog rek in. Kijk naar land, tussen 1961 en 1998 halveerde de hoeveelheid die op wereldschaal beschikbaar is per persoon van 1,5 naar 0,8 hectare. Energie is weer nodig in de hele keten van de boer tot en met de consument. Wat energie betreft zijn cijfers wat lastiger te verkrijgen, maar in de westerse wereld gebruikt productie en consumptie van voedsel een vijfde van alle energie.’’ De omslag van een arm naar een rijk menu gaat steeds sneller. Zelfs in het toch niet arme Nederland van de twintigste eeuw zijn binnen een generatie al veranderingen in het menu waar te nemen die hun weerslag hebben op gebruik van schaarse hulpbronnen. Gerbens keek naar Nederland tussen 1950 en 1990.

,,In 1950 werd het Nederlandse eetpatroon gekenmerkt door een lage consumptie van dure levensmiddelen als vlees, kaas, fruit, alcoholische dranken en koffie. Men at voornamelijk nog aardappelen, brood, groenten, een beetje vlees en dronk voornamelijk melk. In 1990 was dat omgedraaid en daardoor nam het beslag op landbouwgrond met 40 procent toe. De productie van vlees, zuivel, vetten en eieren vergen dan al driekwart van alle landbouwgrond. Kijk je naar brood, aardappelen, groenten en fruit dan is dat samen maar tien procent.’’ In 1995 zijn er binnen de toch rijke EU grote verschillen waar te nemen, zo meet Gerbens. Het Deense menu legt tien jaar geleden het grootste beslag op land voor de voedselproductie, veertig procent meer dan de Portugezen. Denen gebruiken veel varkensvlees, vetten en koffie. Portugezen daarentegen gebruiken weinig vlees, weinig koffie en veel groenten en fruit. ,,De Zuid-Europese landen maken echter een sterke economische groei door, dus hun menu krijgt daarmee ook rijke kenmerken. Vergelijk je het rijke Deense menu met een karig menu uit ontwikkelingslanden, dan is het verschil enorm. Het Deense eetpatroon heeft zes maal zo veel land nodig. Als je dan ziet wat er in Oost-Azië gebeurt aan snelle economische ontwikkeling, besef je door deze cijfers dat het anders moet.’’

Toenemende technologische mogelijkheden kunnen het tij wel keren, maar niet alleen. Er moet veel meer gebeuren, stelt Gerbens. ,,De toenemende doelmatigheid in de voedselproductie, met name in de rijke wereld, is er natuurlijk wel. Dat geldt vooral voor landgebruik. Door de inzet van kunstmest, verbeterde gewasbescherming en irrigatietechnieken is de opbrengst per hectare van gewassen toegenomen, dus het ruimtebeslag per kilo product afgenomen. Toch levert dat geen winst op. Enerzijds kost een hogere opbrengst per hectare meer energie, anderzijds zijn we anders gaan eten, minder van die doelmatig verbouwde gewassen. Daardoor is de druk op hulpbronnen per saldo wel toegenomen.’’ Twee voorbeelden voegt Gerbens er nog aan toe om te laten zien dat niet alleen productie maar ook consumptie van belang is. ,,Bier legt relatief weinig beslag op hulpbronnen, maar we zijn er veel meer van gaan drinken, dus is de invloed daarvan behoorlijk gegroeid. Thee aan de andere kant legt juist een groot beslag op hulpbronnen, maar er wordt relatief weinig van gebruikt – met een kilo blaadjes kun je heel wat thee zetten.’’

Waar veel winst is te halen is, volgens Gerbens, is het tegengaan van verspilling. ,,Consumenten in het rijke deel van de wereld kopen vaak te veel in of bewaren het niet goed. Daardoor wordt veel eten ongebruikt weggegooid. Maar ook in eerdere schakels van de voedselketen verdwijnt voeding. Ik weet niet waar het blijft maar de cijfers tonen aan dat het gat tussen de beschikbaarheid en het feitelijk gebruik almaar groeit. Al met al verdwijnt de helft ongebruikt.’’ Tot slot is het onontkoombaar dat dure levensmiddelen worden vervangen door meer duurzame. De milieudeskundige wijst er daarbij op dat bewoners van ontwikkelingslanden, Gerbens deed ook onderzoek in Nigeria, niet het kind van de rekening mogen worden. ,,De karige menu’s behoeven uitbreiding. Dan gaat gezondheid wat mij betreft altijd boven milieubeslag. Het komt erop neer dat zij iets meer mogen gaan eten en wij iets minder.

Gerbens hoopt dat haar meetsysteem kan bijdragen aan die bewustwording. ,,Het helpt bedrijven meer duurzaam te produceren. Consumenten geeft het een methode in handen om gericht boodschappen te doen.’’ Maar ook Gerbens beseft dat gedragsverandering uiterst moeizaam gaat. Consumenten laten zich bij hun dagelijks eten door meer zaken leiden dan het milieu. ,,Ja zeker, eten is ook een sociaal en cultureel fenomeen. Die vertaalslag naar de consument toe van mijn onderzoek zal een hele opgave worden.” Het is nog niet zo ver dat supermarkten op hun producten de mate van duurzaamheid aangeven. „Ik heb zelf enkele jaren geleden al een duurzaam kookboek gepubliceerd.’’

Bron: Trouw

Het wetenschapsprogramma van de Rijksuniversiteit Groningen maakte dit filmpje n.a.v. de promotie van dr. Winnie Gerdens.

Lees hier het officiële persbericht n.a.v. de promotie van Winnie Gerbens: www.rug.nl

Written by hallometsteven

april 15, 2008 bij 7:52 pm

Plaats een reactie