regiofair of "hoe de krachten van fair trade en lokale korte keten te bundelen"

Posts Tagged ‘anders gaan leven

een aangename waarheid over de échte groene revolutie: boeren redden de wereld – familiale landbouw kan de wereldbevolking voeden

with 3 comments

surf ook eens naar : http://fairtradekookboek.wordpress.com


Voorbeelden uit o.a. Afrika bewijzen dat kleine familiale landbouw meer kan opleveren dan grootschalige, zonder grote nood aan kapitaal, aldus Engelen. Hij pleit ervoor om voedsel niet te behandelen als gelijk welk handelsgoed, al was het maar voor het strategisch belang.

Jan Aertsen van Vredeseilanden schreef een opiniestuk over de problematiek van de stijgende voedselprijzen. Je kan zijn collega Gerd Engelen hierover horen op een podcast door Radio Centraal Antwerpen.

• 2,5 miljard mensen leven van de landbouw en zijn perfect in staat om iedereen genoeg te laten eten.
• Industrieland Zuid-Korea besteedt een groter deel van zijn budget aan landbouw dan de meeste Afrikaanse landen.
• Ofwel eten, ofwel klimaatverandering bestrijden: een valse tegenstelling.
• Het is een aangename waarheid: de familiale landbouw kan de wereldbevolking voeden.
• Ook bedrijven dragen een cruciale verantwoordelijkheid.
• Met een mondiale voedselvoorraad van slechts veertig dagen is er geen tijd meer om keuzes uit te stellen.

Maakt u zich zorgen over de voedselcrisis? Dat zou niet moeten want eigenlijk is de oplossing voor de voedselcrisis heel eenvoudig. Lees even mee voor u ons gek verklaart. In de wereld leven 2,5 miljard mensen van de landbouw, boeren, boerinnen en hun kinderen. Zij zijn perfect in staat om de wereld van voldoende voedsel te voorzien. Overal waar boerenfamilies over voldoende en goede grond beschikken en over de middelen om te investeren in een productieve landbouw, leveren zij ronduit schitterende prestaties. Zij kunnen de oplossing bieden voor de stress die wij met z’n allen de voorbije decennia door de wereld jagen: we hebben de landbouw en de boeren aan hun lot overgelaten, de voedselproductie doen stokken, de prijzen laten stijgen alsook de honger en de ondervoeding; eerder nog vullen we onze benzinetanks met zogenaamde biobrandstof dan mensen te laten eten. Tot voor kort heerste honger vooral op het platteland. Nu raken zelfs de steeds talrijker arme stadsbewoners niet langer aan betaalbaar eten.

Een aangename waarheid

Maar het kan anders, en veel beter. Kleine en middelgrote boerderijen produceren in heel de wereld voor de lokale en nationale markten. En ze bewijzen dat ze productiever en efficiënter kunnen zijn dan de grote, industriële exportbedrijven. Onderzoek in tropisch Latijns-Amerika wijst uit dat boeren die meer gewassen op één zelfde veld verbouwen, een veel voorkomende praktijk aldaar, opbrengsten realiseren die twintig tot zestig procent hoger zijn dan bij monocultuur. Ze creëren bovenop meer werkgelegenheid zodat veel meer mensen er een goed inkomen aan overhouden. Terwijl de grootschalige agro-industrie de boeren laat uitsterven en de naburige steden laat verkommeren, scoort een performante familiale landbouw onvergelijkbaar beter. Hij draagt in grotere mate bij aan de economische ontwikkeling en de welvaart in de streken waar hij het voortouw mag nemen omdat hij zijn inkomen vooral in eigen streek spendeert. Zo komt het dat waar vooral familiale bedrijven bloeien, ook de omliggende steden floreren: er zijn meer lokale handelszaken, meer aangelegde straten en trottoirs, meer scholen, parken, kerken, clubs, kranten, een betere dienstverlening, een hogere werkgelegenheid en een grotere participatie van burgers aan het gemeenschapsleven. Zo blijkt uit studies waarvan de oudste teruggaat tot het Californië van de jaren veertig van vorige eeuw. Nog is het niet gedaan, want als zulke landbouw ecologisch tewerk gaat, zorgt die ook beter voor het milieu. Een agro-ecologische landbouw minimaliseert namelijk de inputs van buitenaf aan geïmporteerd veevoer, chemische meststoffen of pesticiden tot het uiterste. Zijn energiebalans is veel positiever, hij springt zuiniger om met de schaarse watervoorraden en verhoogt de vruchtbaarheid van gronden… en brengt toch meer op dan de moderne high tech landbouw die volledig steunt op externe inbreng.
En dus kunnen we best gelukkig zijn met deze aangename waarheid: de familiale landbouw kan de wereldbevolking voeden, morgen en over vijftig jaar, en dat op een duurzame wijze. Dat is de kracht van een boerenlandbouw.

De rol van overheden

De oplossing is simpel inderdaad. Alleen moeten dan wel enkele belangrijke voorwaarden vervuld raken. Zo moeten overheden eindelijk hun verantwoordelijkheid nemen. De wereld moet nu echt kiezen voor deze familiale landbouw en tegen een agro-industriële landbouw die geen plaats laat voor boeren, dat is de echte groene revolutie. Er is een globaal landbouwbeleid nodig waarbij landen en regio’s het recht hebben om zulke landbouw op poten te zetten en erin te investeren. Ook al is de huidige wereldconjunctuur die het belang van landbouw herontdekt gunstig, zoiets komt niet vanzelf. Na tientallen jaren van verwaarlozing in vele landen, zeker in Afrika, moeten overheden en samenlevingen dringend middelen vrijmaken voor een productieve landbouw.
Voorlopig is het niet probleem nummer één, maar er blijft zeker nood aan prijsstabiliteit en minimum leefbare prijzen in de landbouw. Overheden moeten opnieuw beseffen dat de markt, en zeker de wereldmarkt, voor voedsel niet zo goed werkt als voor auto’s of gsm’s. Je krijgt namelijk fel schommelende en doorgaans veel te lage prijzen. Daarom moet de markt versterking krijgen. Je moet maatregelen of mechanisme hebben die leefbare prijzen verzekeren en die de voedselvoorraden beheren, omdat ook de landbouwopbrengsten zelf sterk kunnen wisselen van oogst tot oogst.
Voor een goede economische ontwikkeling én voor duurzaamheid verdient lokale en regionale marktwerking voorrang boven de wereldmarkt.
Overheden moeten met andere woorden kunnen beschikken over voedselsoevereiniteit, het recht om hun landbouw in eigen handen te nemen, in plaats van hun landbouw en voedselproductie voortdurend verder te liberaliseren en over te leveren aan de wereldmarkt. Geloof niet dat zoiets een rem is op economische ontwikkeling, integendeel. Want dat is net wat alle rijke landen en wat de Europese Unie altijd hebben gedaan, dat is ook wat China heeft gedaan.
Als ze verstandig zijn, zullen overheden ook beseffen dat geen enkel beleid resultaat kan boeken indien het niet gebeurt in overleg en in volle samenwerking met de boeren en met hun organisaties.

Een duurzame keten, van boer tot supermarkt

Voedsel wordt niet enkel gekweekt, het moet ook verwerkt en verkocht raken. Dat is niet enkel een zaak van boeren, het is een lange economische keten. We zagen dat overheden hun rol te spelen hebben. En vanzelfsprekend dragen ook de bedrijven een cruciale verantwoordelijkheid, zowel de handelaars als de verwerkingsindustrie en de grootdistributeurs. Als ze werkelijk maatschappelijk verantwoord willen ondernemen, zullen ze natuurlijk financieel winstgevend moeten zijn. Maar evengoed zullen ze mee moeten waken over een sociaal en ecologisch duurzame landbouw. Essentieel is dat de boeren, die helemaal vooraan in de keten het voedsel voortbrengen, hun rechtmatige plaats krijgen. Ze moeten erover waken dat landbouwers loon naar werken krijgen en in goede omstandigheden kunnen boeren.
Koplopers tonen de weg. Zo sluit Alpro, een bedrijf uit de Vandemoortele groep, lange termijnovereenkomsten met zijn sojaboeren. Bovendien staat Alpro hen bij in hun productieproces en zorgt voor een vergoeding wanneer de oogst mislukt.
Zo krijgen een aantal kleine boeren van Unilever in Indonesië een hogere prijs dan de marktprijs. Daar is een goede reden voor want het bedrijf zit dringend verlegen om meer en betere zwarte sojabonen, een ingrediënt van de succesvolle zoete saus Kecap Bango. Daarom koopt Unilever rechtstreeks in bij de boeren om de kwaliteit te verbeteren, de productie te verhogen en de aanvoer te verzekeren. Die boeren profiteren mee: doordat de tussenhandelaars wegvallen krijgen ze een prijs die tien à vijftien procent hoger ligt. En zo verwerven ze een betere plaats in de productieketen.
We zijn niet naïef. Natuurlijk willen ook deze bedrijven winst blijven maken. Maar als ze én winst maken én boeren daarbij een plaats onder de zon kunnen geven, schieten we toch op.

Ofwel eten ofwel klimaatverandering bestrijden, een valse tegenstelling

De jongste jaren is de overtuiging gegroeid dat we energiegewassen, de zogenaamde biobrandstoffen, nodig hebben om klimaatverandering tegen te gaan. Nu al is duidelijk dat ontzettend grote hoeveelheden voedsel omgezet worden in brandstof voor onze auto’s. Ofwel eten hebben voor alle mensen, ofwel de opwarming tegengaan; ofwel voedsel hebben nu, ofwel de aarde bewaren voor toekomstige generaties, dit dilemma lijken we nu op ons bord te krijgen.
Maar zelfs in dit geval is de oplossing simpel. Dit dilemma bestaat niet, het is een valse tegenstelling. Want aan de ene kant is de huidige productie van energiegewassen – de eerste generatie – allerminst klimaatvriendelijk. Zij vernietigt o.a. het regenwoud in Brazilië en Indonesië en maakt zo enorme hoeveelheden broeikasgassen vrij. Aan de andere kant snelt onze duurzame familiale landbouw ons te hulp. Hij zorgt namelijk voor klimaatverkoeling want is veel CO2 neutraler dan de industriële landbouw.
We moeten dus stoppen met de concurrentie te organiseren tussen voedsel en energiegewassen. De absolute prioriteit vandaag is eten, niet energie. Trek dus de stekker uit de biobrandstofindustrie, vandaag eerder nog dan morgen. Met een voedselvoorraad van 40 dagen is het niet meer de moment om die keuze uit te stellen.
In tweede instantie moeten we heel kritisch kijken naar al het dierenvoer dat de wereld wordt rond gezeuld. Almaar meer vlees produceren vergt een veelvoud aan granen die niet meer beschikbaar zijn om te eten en de productie ervan gebeurt dikwijls niet zo milieuvriendelijk. Ook daarvoor sneuvelt veel regenwoud.

Goed bestuur maakt een groot verschil

Neem Zuid-Korea of Taiwan, nu allebei rijke landen. Neem Congo of Zambia, allebei straatarm. Hoe komt het toch dat die twee laatste amper vijftig jaar geleden welvarender waren dan de eerste twee. Zoek dus de verschillen, het is belangrijk om weten. Wel, Zuid-Korea en Taiwan hebben gekozen voor een vooral familiale en productieve landbouw gericht op de eigen noden. Dat heeft hen geen windeieren gelegd. Want hun landbouw heeft hen de kans verschaft om hun industrie op te bouwen. Hoe anders is het verlopen in zoveel andere landen, zeker in Afrika. Zelfs met nog amper zes procent van de werkende mensen die boer of boerin zijn, trekt industrieland Zuid-Korea nog altijd 13 procent van het overheidsgeld uit voor landbouw. De regeringen van Kameroen, Burundi of Soedan waar zeventig tot negentig procent van de mensen in de landbouw werken, goed voor bijna de helft van nationaal inkomen, spenderen minder dan twee procent van hun geld in die belangrijke economische sector.
Daar hoeft geen tekeningetje bij. In deze landbouwsamenlevingen laten de regeringen de boeren stikken. Meer dan eens gaat het ook om een botsing van belangen. Vele politici of hun families verdienen hun riante inkomsten omdat ze belang hebben bij een exportlandbouw of omdat ze de invoer controleren van rijst of ander voedsel uit het buitenland. Ook daarom verdedigen zij niet de belangen van de boeren.
De Afrikaanse landen hebben nu in de verklaring van Maputo beslist om tien procent van hun overheidsmiddelen in hun landbouw te gaan investeren. Als ze het echt doen, is dat niet slecht, maar het is wel nog veel te weinig. Zal dit hun industrialisering hypothekeren? Neen, net niet.

Een hoogdringend to do lijstje

Voedselonrust steekt snel de kop op, op het platteland en meer nog in de steden. Hoe zou je zelf zijn indien je honger hebt?
Al wat hierboven staat is nu dringend, maar wat meest van al? Een lijstje, om het niet te vergeten.
Aarzel geen seconde, maak meteen geld vrij voor het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties.
Vermijd daarbij de fouten van vroeger. Wanneer het Wereldvoedselprogramma en andere voedselhulpinitiatieven eten inkopen, dan moeten ze dat eerst lokaal en regionaal doen. Zo bezorgen ze de landbouwers ter plaatse of in de ruimere regio een beter inkomen en ze stimuleren hen meteen tot een hogere productie.
Haal nu eindelijk landbouw en voedselproductie weg bij de Wereldhandelsorganisatie en uit de vrijhandelsakkoorden die o.a. Europa en de Verenigde Staten aan het sluiten zijn. Want eten is geen koopwaar zoals alle andere.
Geef daarom de fakkel door aan de Wereldvoedselorganisatie FAO, bezorg hen het mandaat om te zorgen voor een duurzame landbouw in de wereld.
Ten slotte, voor alle rijke landen, voor de internationale financiële instellingen en hulporganisaties, maak nu eens werk van het optrekken van de budgetten voor landbouw in de internationale samenwerking.

Jan Aertsen
Directeur Vredeseilanden
15/04/08

Je kan dit artikel hier downloaden, om te lezen of uit te printen.

Wenst u hierover iemand te interviewen:

Bel Vredeseilanden: 016/31.65.80

Achtergrondinformatie:

Barrez Dirk, Koe 80 heeft een probleem. Boer, consument, agro-industrie en grootdistributie, EPO i.s.m. Vredeseilanden e.a., 2007, 254 p.

www.vredeseilanden.be

www.pala.be

Altieri Miguel en Nicholls Clara, Agroecology And The Search For A Truly Sustainable Agriculture, University of California, Berkeley, 2005, 291 p., zie o.a. p.150-151

http://www.agroeco.org/doc/agroecology-engl-PNUMA.pdf

FAO, Low-Income Food-Deficit Countries’ food situation overview, april 2008

http://www.fao.org/docrep/010/ai465e/ai465e07.htm

DFID, Heath John, 2005 agriculture policy: an interim evaluation, 2007, 70 p., zie o.a. p.68

http://www.dfid.gov.uk/aboutdfid/performance/files/ev672.pdf

Clay Jason e.a., Exploring The Links Between International Business And Poverty

Reduction: A Case Study Of Unilever In Indonesia, Oxfam GB, Novib Oxfam

Netherlands & Unilever, 2005, 67 p.

http://www.oxfam.org.uk/resources/policy/trade/downloads/unilever.pdf

Written by hallometsteven

april 25, 2008 at 7:55 am

‘Leven van het land. Niets verspillen en gezond blijven.’ door John Seymour (1976)

with 7 comments

hier kun je het laatste boek van Seymour lezen: The complete book of self sufficiency (opent .pdf)

of downloaden: The complete book of self sufficiency


We kunnen zelf werkzaamheden verrichten of we kunnen anderen betalen om ze voor ons te verrichten. Dit zijn de twee ‘modellen’ waarmee we in ons onderhoud voorzien. We zouden ze het ‘zelfvoorzieningsmodel’ en het ‘organisatiemodel’ kunnen noemen. Het eerste leidt tot zelfstandige mannen en vrouwen en het laatste tot afhankelijke mannen en vrouwen. Alle bestaande samenlevingsvormen onderhouden zichzelf door een mengeling van beide modellen, maar de verhoudingen verschillen.

In de moderne wereld heeft zich, gedurende de afgelopen honderd jaar, een enorme en historisch unieke verschuiving voorgedaan: van zelfvoorziening naar organisatie. Met het gevolg dat mensen steeds minder vertrouwen hebben in zichzelf en afhankelijker worden dan ooit tevoren in de geschiedenis van de mensheid is voorgekomen. Ze kunnen wellicht beweren hoger ontwikkeld te zijn dan iedere generatie vóór hen, maar het feit blijft dat zij niet echt iets voor zichzelf kunnen doen. Zij zijn volledig afhankelijk van kolossale, ingewikkelde organisaties, van fantastische machinerieën, van steeds hogere inkomens. En wat gebeurt er als het fout gaat, als er zich een stagnatie, een defect, een staking, of werkeloosheid voordoet?

Verschaft de staat alle noodzakelijke levensbehoeften? In sommige gevallen, ja; in andere gevallen, nee. Veel mensen vallen door de mazen van het veiligheidsnest, en wat dan? Zij lijden; ze raken ontmoedigd, ze worden zelfs wanhopig. Waarom kunnen zij zichzelf niet helpen? Over het algemeen, is het antwoord maar al te duidelijk: zij zouden niet weten hoe, ze hebben het nooit gedaan en weten zelfs niet waar ze moeten beginnen. […]

Zou ik moeten proberen een manusje-van-alles te worden? Op het gebied van de meeste van deze zaken zou ik vrij onbekwaam en verschrikkelijk inefficiënt zijn. Maar zelf iets telen of maken: wat een plezier, wat een vrolijkheid, wat een bevrijding van de gevoelendheid volledig van organisaties afhankelijk te zijn! Wat misschien zelfs belangrijker is: wat een ontwikkeling van de echte persoonlijkheid! In aanraking zijn met de feitelijke oerprocessen van de schapping. De aangeboren scheppingsdrang van de mens is niet iets minderwaardigs of toevalligs: negeer of verwaarloos hem, en hij wordt innerlijke bron van gif – een blokkade van de creativiteit. Dit kan jou en al je menselijke contacten vernietigen; op grote schaal, kan het – nee, zal hij onvermijdelijk – de samenleving vernietigen.

Daarentegen kan niets de bloei van een samenleving tot staan brengen die erin slaagt de vrije teugel te geven aan de scheppingsdrang van haar mensen – al haar mensen. Dit kan niet van bovenaf bevolen worden of georganiseerd. We kunnen niet op regeringen vertrouwen, maar alleen op onszelf, teneinde deze gang van zaken te bewerkstelligen. We moeten zeker niet blijven ’wachten op Godot’ want Godot komt nooit. Het is interessant om aan alle ‘Godots’ te denken, waarop de moderne mensheid wacht: deze of gene fantastische technische doorbraak; kolossale vondsten van nieuwe olie- en gasvelden; automatisering, zodat niemand – of nauwelijks iemand – nog een vinger hoeft uit te steken; politieke beslissingen om alle problemen voor eens en voor altijd op te lossen; multinationale ondernemingen om enorme investeringen te doen in de laatste en beste technische ontwikkelingen; of gewoon ‘de volgende opleving van de economie’. […] De essentie van zelfvoorziening is juist dat je nu begint en niet wacht tot er iets komt opdagen.

voorwoord van Dr. E.F. Schumacher bij ‘Leven van het land. Niets verspillen en gezond blijven.’ door John Seymour, vertaald door John Onstwedder en Hendrik van den Heuvel, De Kleine Aarde. Nederlandse editie Uitgeverij In den Toren / Baarn en Kosmos / Amsterdam 1979. Copyright © 1976 by Dorling Kindersley Ltd, London

Written by hallometsteven

april 21, 2008 at 3:10 pm

De waarde van autonomie – citaten uit ‘De paradox van keuzes – hoe teveel een probleem kan zijn’ door Barry Schwartz (2004)

with one comment

surf ook eens naar : http://fairtradekookboek.wordpress.com


 

(…) hier zijn we dan, levend op de toppen van de menselijke mogelijkheden, ondergesneeuwd door materiële overvloed. Als samenleving hebben we bereikt waar onze voorouders nauwelijks van durfden dromen, maar de kosten zijn niet gering. We krijgen wat we zeggen te willen hebben om uiteindelijk te ontdekken dat wat we willen niet aan onze verwachtingen voldoet. We zijn omgeven door moderne tijdsbesparende apparaten, maar we lijken altijd tekort te komen. We zijn vrij om het verhaal van ons eigen leven te schrijven, maar we weten niet precies hoe dat ‘verhaal’ eruit moet zien.

De waarde van autonomie zit ingebouwd in het weefsel van ons juridische en morele systeem. Autonomie is datgene wat ons het recht geeft elkaar moreel en juridisch verantwoordelijk te houden voor onze handelingen. Het is de reden dat we individuen prijzen voor hun prestaties en laken voor hun mislukkingen. Er is geen enkel aspect van ons gemeenschappelijke sociale leven dat herkenbaar zou zijn als we onze toewijding aan autonomie zouden opgeven.

Maar afgezien van ons politieke, morele en sociale vertrouwen op het idee van autonomie, weten we dat het ook een grote invloed heeft op ons geestelijk welzijn.

Uit honderden onderzoeken is duidelijk gebleken dat we kunnen leren dat we geen controle over onze situatie hebben. En hebben we dit eenmaal geleerd, dan zijn de gevolgen zeer ernstig. Aangeleerde hulpeloosheid kan onze motivatie iets te veranderen negatief beïnvloeden. Het kan je vermogen kansen te grijpen en controle te krijgen in nieuwe situaties nadelig beinvloeden. Het kan de werking van het immuunsysteem ondermijnen, waardoor men vatbaar wordt voor tal van (infectie)ziekten. Het kan onder de juiste omstandigheden ook leiden tot ernstige depressie. Het is dus niet overdreven te stellen dat ons meest fundamentele gevoel van welzijn in hoge mate afhankelijk is van ons bewuste vermogen controle uit te oefenen op onze omgeving.

citaten uit ‘De paradox van keuzes – hoe teveel een probleem kan zijn’ door Barry Schwartz, vertaald door Hans Wassink. Nederlandse editie Uitgeverij Het Spectrum B.V.

Written by hallometsteven

april 21, 2008 at 3:01 pm

Eigen kweek eerst: Sri Lankanen ruilen importtarwe voor zelfgekweekte rijst

leave a comment »

COLOMBO, 16 april 2008 (IPS) – De Sri Lankanen eten weer meer rijst en peulvruchten en minder tarweproducten. De verandering van eetgewoonte gaat gepaard met een overheidscampagne die de bevolking weer aan het tuinieren wil zetten om de kosten van de import van tarwe te drukken. Nu de graanprijzen op de wereldmarkten stijgen, is dat een zinvolle strategie, vinden voedseldeskundigen.

De Sri Lankanen eten weer meer rijst en peulvruchten en minder tarweproducten. De verandering van eetgewoonte gaat gepaard met een overheidscampagne die de bevolking weer aan het tuinieren wil zetten om de kosten van de import van tarwe te drukken. Nu de graanprijzen op de wereldmarkten stijgen, is dat een zinvolle strategie, vinden voedseldeskundigen.

De Sri Lankaanse president Mahinda Rajapakse prees de herwonnen voorliefde van zijn landgenoten voor inheemse rijst en peulvruchten. “Ik ben blij dat de consumptie van tarweproducten daalt”, zei de president. “Hoewel we zelf over vruchtbare gronden beschikken, is de tarwe aan ons opgedrongen, eerst gratis en later op krediet, tot we eraan verslaafd waren.”

Sri Lanka is een van de veertien landen die volgens de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie FAO in moeilijkheden dreigen te raken door de stijgende voedselprijzen. De regering in Colombo heeft de taks op de import van graan verhoogd en aan grote rijstproducten als India en Vietnam extra rijst gevraagd. India heeft al een bijkomende levering van 100.000 ton toegezegd.

Dat is een breuk met de trend in Sri Lanka om rijst te vervangen door graanproducten, omdat die goedkoper en gemakkelijker te bereiden zijn. De import van graan bedroeg in de voorbije maanden ongeveer 80.000 ton per maand, tegenover 120.000 ton vijf jaar geleden. Volgens officieuze cijfers zou de consumptie van tarweproducten met 40 procent zijn gedaald.

Eigen kweek eerst

De regering begon in september met een nationale campagne om de binnenlandse voedselproductie te stimuleren, onder het motto,”Let’s grow and build a Nation”. De regering wil ervoor zorgen dat er in de volgende jaren vier miljoen moestuinen bijkomen en houdt zich het recht voor om braakliggende gronden ter beschikking te stellen van pachters, die de eigenaar een kleine vergoeding betalen.

De voornaamste reden voor de campagne is financieel. Nog niet zo lang geleden spendeerde Sri Lanka 100 miljard roepie (581 miljoen euro) per jaar aan voedselimport. Een groot deel van de inkomsten uit de textielexport en van geld dat migranten terug naar huis sturen ging op die manier verloren. “De schulden die we hebben gemaakt om in de jaren zeventig tarwe te kopen zijn nog altijd niet betaald”, zei president Rajapkse bij de voorstelling van de campagne in december

Sri Lanka begon in de jaren zeventig tarwe in te voeren uit de Verenigde Staten onder een programma dat landen toeliet te betalen in hun eigen munt. Tegenwoordig wordt het graan uit Australië ingevoerd door Prima ltd, een in Singapore gevestigde molenaar die een vestiging heeft in Colombo. Die krijgt binnenkort concurrentie van een tweede fabriek die eigendom is van een molenaar uit Dubai.

Sri Lanka is niet het enige land waar de voedingsgewoonten veranderd zijn, zegt econoom Sirimal Abeyeratne van de universiteit van Colombo. In Europa bijvoorbeeld wordt tegenwoordig meer rijst gegeten, “allemaal het gevolg van globalisering.”

Sarath Fernando, die opkomt voor de belangen van kleine boeren, vindt het goed dat de regering minder afhankelijk probeert te worden van import, maar verwijt haar kortzichtigheid. “Er moet een degelijk beleid komen om de lokale voedselproductie te verbeteren”, zegt Fernando, “Momenteel zoeken ze gewoon een oplossing voor het probleem dat er niet genoeg geld is om voedsel te importeren.”

bron: mo.be

Written by hallometsteven

april 18, 2008 at 10:55 am